Abdullahi an-Na’im
Docent aan de Amerikaanse Emory Universiteit en islamitisch mensenrechtenactivist. Voormalig professor in de rechtswetenschap aan de universiteit van Khartoum. Hij ontvluchtte eind jaren ’80 zijn vaderland nadat zijn mentor, de Soedanese mysticus en hervormer Mahmoud Taha, was opgehangen.
‘Sinds de vijftiger jaren hebben radicale moslims het debat over de shari’a gemonopoliseerd. Ze hebben de moslims wijsgemaakt dat ze moeten kiezen tussen een seculiere staat en een islamitische staat waarin de shari’a wordt toegepast. Ik ontken dat: in mijn visie is de shari’a het beste af in een seculiere staat.
„De afgelopen twee jaar heb ik deze visie in een groot aantal moslimlanden verkondigd. Ik was onder meer in Indonesië, Centraal-Azië, Pakistan, India, Egypte, Soedan en Nigeria. Overal gaf ik lezingen en seminars. Je zou wellicht boze en zelfs gewelddadige reacties verwachten, maar nee: de meeste mensen vinden wat ik zeg weliswaar nieuw en vreemd, maar niet verwerpelijk. Ik vermoed dat de meeste moslims het eigenlijk met mij eens zijn. Maar de hele kwestie rond de shari’a en de islamitische staat is zo beladen en emotioneel dat de meesten zich niet durven uitspreken of zelfs maar hun gedachten op orde krijgen. Met dit project hoop ik moslims zelfvertrouwen te geven en hun een vocabulaire aan te reiken waarmee ze uitdrukking kunnen geven aan hun bezwaren.”
Wat vertelt u ze?
„Ik stel de manier ter discussie waarop radicale moslims shari’a en secularisme definiëren. De shari’a, om te beginnen, kan nooit door de staat worden toegepast. De shari’a is namelijk geen vaststaand setje wettelijke regels, zoals radicale moslims beweren. Het is een morele code die je eerst moet interpreteren voordat je hem kunt toepassen. Als de shari’a door de staat wordt toegepast, houdt het op shari’a te zijn. Het wordt de politieke wil van de machthebbers die hun eigen interpretatie van de islam aan de rest van de samenleving opleggen. Een islamitische staat is altijd een staat waarin één groep zijn interpretatie van de islam aan anderen oplegt. Denk bijvoorbeeld aan de sunnitische moslims in Iran of aan de shi’itische moslims in Saoedi-Arabië: die kunnen niet volgens hun geloofsovertuiging leven omdat de staat er een andere interpretatie van de islam op nahoudt.”
En daarom is de shari’a het beste af in een seculiere staat?
„Ja, maar ook hier verschil ik van mening met radicale moslims. Want een seculiere staat is geen anti-religieuze staat, zoals zij ons willen doen geloven. Het is geen staat die religie onderdrukt. Integendeel, een seculiere staat is neutraal ten opzichte van religie. Het is een staat die het recht beschermt van alle religieuze en niet-religieuze groepen om zich te manifesteren in de politiek en het openbare leven, maar zonder dat één van die groepen zijn visie aan anderen oplegt.”
Landen als Turkije en Tunesië worden beschouwd als de kampioenen van het secularisme in de moslimwereld. Maar ze lijken niet echt te passen in uw definitie van een seculiere staat.
„Turkije en Tunesië proberen ieder spoor van religie uit het openbare leven te weren. Ze zijn niet neutraal ten opzichte van religie maar proberen deze juist onder controle te krijgen. Dat maakt ze tot een soort spiegelbeeld van de islamitische staat. Dit keer is het een seculiere elite die zijn antireligieuze overtuiging aan de religieuze meerderheid oplegt. In mijn visie moet de staat seculier zijn, maar niet de samenleving. Het is een illusie om te denken dat je de samenleving kunt seculariseren. Religie en politiek laten zich niet van elkaar scheiden, niet in Egypte en Turkije, maar ook niet in Nederland en Frankrijk. Gelovigen, of het nou moslims, christenen, joden of hindoes zijn, zullen zich altijd als gelovigen in de politiek willen manifesteren.”
In veel moslimlanden met democratische instituties wordt gevreesd dat groepen als de Moslim Broeders het democratische systeem slechts gebruiken om politieke invloed te krijgen, om die democratie vervolgens af te schaffen wanneer ze aan de macht komen.
„Dat probleem los je niet op door religieuze partijen te verbieden. In Turkije, Tunesië en Egypte is allang duidelijk geworden dat pogingen om radicaal islamitische partijen te verbieden er alleen maar toe leiden dat die partijen radicaliseren en aan populariteit winnen, waardoor ze per saldo een grotere bedreiging voor het democratisch proces vormen. Het is veel effectiever om zulke partijen deel te laten uitmaken van het officiële politieke bestel. Daar worden ze automatisch gematigder van. Bovendien vergroot je zo de kans dat hun praatjes over een islamitische staat en de toepassing van de shari’a op een dag ontmaskerd worden als hol en totaal onrealistisch.”
In uw land Soedan is sinds 1989 een islamistisch regime aan de macht. Wat kunnen we leren van de Soedanese ervaring met een islamitische staat?
„De recente Soedanese geschiedenis toont aan dat een islamitische staat niet werkt. De Soedanezen zelf zijn het er nu vrijwel unaniem over eens dat het islamitische project totaal mislukt is. Iedereen begrijpt dat het allemaal weinig met de islam te maken had; het was gewoon een clubje mensen dat in de naam van religie op macht uit was. Maar om daar achter te komen hebben we een vreselijke prijs betaald. Alle oorlog en instabiliteit in het zuiden en in Darfur zijn er het gevolg van. Toen ik in Nigeria was, heb ik daar tegen mijn publiek gezegd: de situatie in jullie land lijkt heel veel op die in Soedan twintig jaar geleden. Leer alsjeblieft van onze fouten. Een islamitische staat is een gevaarlijke illusie en Soedan heeft daarvoor de prijs betaald. Jullie hoeven die prijs niet nog eens te betalen. Ik hoop echt dat andere moslimlanden lering trekken uit het Soedanese voorbeeld zodat ze niet door dezelfde hel hoeven te gaan.”
Abdullahi an-Na’im moedigt moslims aan om op zijn visie te reageren. Hij legt zijn denkbeelden uit in een boek dat in acht talen beschikbaar is op zijn website: www.law.emory.edu/cms/site/index.php