Een veertigjarige kan door het bij elkaar optellen van zijn AOW-uitkeringen, pensioenuitkeringen, de overwaarde van zijn huis en andere waardevolle zaken, op zijn 65ste jaar euromiljonair zijn. Waarom moet hij zich dan nog inspannen voor een tweede miljoen? Daar zijn meerdere redenen voor.
1 Een ervan is de onzekerheid rond het eerste miljoen. Anders gesteld: hoe blik je de huidige zo vanzelfsprekend lijkende welvaart in om er nog tientallen jaren lang van te kunnen genieten? Door te mikken op een reserve van een miljoen.
2 Een volledige AOW-uitkering voor iedereen ligt voor de hand. Je hoeft maar vijftig jaar verzekerd te zijn, tussen je 15de en 65ste, en zo 2 procent per jaar op te bouwen. Maar helemaal zeker is dat niet.
Neem een pasgeboren baby. Die heeft wellicht 85 jaar voor de boeg. Tussen nu en het jaar 2092 kunnen we lijden onder oorlogen, natuurrampen, depressies, epidemieën enzovoort. Daardoor kan de hoogte van de AOW in gevaar komen.
Of je moet er na je 65ste aan mee betalen, waar de politiek voorzichtig over praat. Of de AOW gaat pas na je 65ste in, waar men nu in Duitsland aan denkt.
3 We moeten bij dezen een wijdverbreid misverstand uit de weg helpen. De 17,95 procent premie die je betaalt over je inkomsten in box 1, tot 31.122 euro, zijn niet voor je eigen AOW, maar voor de huidige 65-plussers. Je bent solidair met de plussers. Daarom is de AOW geen normale verzekering, maar een omslagstelsel. De maximale afdracht in 2007 is 5.570 euro. Dat is veel geld, terwijl je niet eens weet hoeveel je er straks voor terugkrijgt.
4 Een eigentijds, en bij velen onbekend gevaar, schuilt in een (langdurig) woon- en/of werkverblijf buitenslands. Daardoor bouw je de 2 procent AOW per jaar niet op, als regel. Een vrijwillige verzekering biedt dan soelaas, maar die geldt niet automatisch voor je gezinsleden, zoals in Nederland. Hoewel die zich eveneens vrijwillig mogen verzekeren.
Daarbij worden de kinderen vaak vergeten. Wanneer die samen met hun ouder(s) tot bijvoorbeeld hun 25ste hier geen ingezetene zijn, missen zij vanaf hun 65ste 20 procent AOW; 10 maal 2 procent. Zie www.svb.nl.
5 Het ouderdomspensioen dat je opbouwt via je werkgever(s) wordt van meerdere kanten bedreigd. Je moet bijvoorbeeld in loondienst zijn bij een bedrijf met een pensioenregeling, wat niet wettelijk verplicht is in Nederland. Je kan ontslagen worden. Of het bedrijf gaat failliet.
Het pensioenfonds kan tijdelijk door (wereldwijde) economische tegenwind niet voldoende rendement maken om alle pensioenen voor 100 procent te garanderen, wat niet ondenkbaar is. Je mag er niet vanuit gaan dat je pensioen tot aan je dood toe omhooggaat met de stijgende prijzen .
6 De grootste onzekerheden zijn persoonlijkheden onheilen als langdurige ziekte, werkloosheid, verslaving, (echt)scheiding, zakelijke misstappen. Die brengen je verdiencapaciteit in gevaar en vragen om extra besparingen zolang alles goed met je gaat.
Adriaan Hiele