voor 25-30 stuks:90 g zachte roomboter60 g witte basterdsuikergeraspte schil van ¼ citroen1 ½ g zout5 gram melk (2 theelepels)125 g Zeeuwse bloem (bakker/banketbakker)1 ½ g bakpoeder50 g krenten
Koekjes met dode vliegen erin, zo noemde Jan Holtkamp, de vader van de Amsterdamse banketbakker Cees Holtkamp, roomboterkoekjes met krenten. De donkere krentjes schemeren door het koekje heen en voor wie een rijke fantasie bezit, zouden die zachte, ingedroogde druifjes ook heel goed dode vliegen kunnen zijn.
Het recept voor deze krentenkoekjes heeft Holtkamp opgenomen in het boek Koekje dat hij maakte samen met de Amsterdamse chocolatier Kees Raat.
Holtkamp selecteerde en perfectioneerde voor dit boek klassieke koekjes uit alle hoeken van ons land.
Raat ontwikkelde voor dit boek nieuwe koekjes met ongebruikelijke vormen, ingrediënten en smaken. Voor Holtkamp is het streven in zijn vak er altijd op gericht de eenvoud van een koekje naar het hoogste niveau te brengen. . Zelf wilde ik die ‘dode vliegen’ wel eens proeven.
Bereiding: Boter, basterdsuiker, citroenrasp, zout en melk samen romig roeren. Zeeuwse bloem en bakpoeder erdoor kneden en vervolgens de krenten. Deeg uitrollen op een met bloem bestoven werkvlak tot een dikte van 4 mm.
Hieruit met een scherp uitsteekvormpje van 5 cm doorsnede rondjes steken. Met voldoende tussenruimte (deeg loopt iets uit) naast elkaar op een met bakpapier beklede bakplaat leggen. Resterend deeg weer samenvoegen, uitrollen en weer rondjes uitsteken, net zo lang tot al het deeg is verwerkt.
Het is belangrijk het deeg telkens op de juiste dikte uit te rollen en een scherp deegstekertje te gebruiken zodat krentjes die precies op de rand van een deegrondje zitten, strak worden afgesneden en niet uit het deeg blijven steken. Want zoiets ziet er slordig uit, vindt Holtkamp. Bak de koekjes 15 minuten in een voorverwarmde oven van 180 graden. Neem de bakplaat uit de oven, laat de koekjes afkoelen en uitharden alvorens ze van de bakplaat te nemen.