Hoe ga je om met extremisme in een democratie? En de casus is het Kamerlid Wilders.
„Nou, Wilders is geen extremist. Dus die vraag is irrelevant. Extremisme is een vorm van radicalisme waarbij gedreigd wordt met illegaal geweld. Wilders dreigt alleen met staatsgeweld. Hij wil de grenzen dicht.’’
En dat is geen extreme opvatting?
„Hij verschilt daarin niet met de huidige en vorige regering.’’
Is het alleen een stijlkwestie?
„Het heeft te maken met extremisme aan de andere kant. Het is begonnen bij de demonisering van Janmaat. Niet alleen door straatterreur maar ook door de rechtsstaat zelf. Er zijn in totaal bijna 300 processen gevoerd tegen Janmaat. Om hem bankroet te krijgen. En om steeds weer vast te laten stellen dat wat hij zei buiten de democratische orde viel.’’
Maar daar was ook een rechtsgrond voor.
„Die werd gebaseerd op rechtsregels die afgeleid waren van het verdrag tot uitbanning van rassendiscriminatie. En in dat verdrag staat iets wat niet deugt. Wat direct inwerkt tegen de democratische rechtsorde. Namelijk dat de overheid ook gehouden is om racisme juridisch te bestrijden. Dan leg je dus beperkingen op aan de vrijheid van meningsuiting.’’
Dus die processen tegen Janmaat waren onrechtvaardig?
„Die hadden een Jacobijns karakter.’’
Dat gold dan ook de processen tegen de weduwe Rost van Tonningen.
„Dat vind ik wel. Het is toch bizar dat je in een democratie niet mag zeggen dat je voor Hitler bent? En dat je de holocaust niet zou mogen ontkennen? Of dat je verplicht bent om te zeggen dat er op de Armeniërs genocide is gepleegd? Dat leidt tot staatswaarheden. Dat bedoel ik met Jacobijns. In zijn meer ontwikkelde vormen gaat het lijken op de voormalige Sovjet-Unie. Janmaat moest met wortel en tak uitgeroeid worden, met demonstratieverboden, met het in brand steken van een vergaderzaal. De journalisten maakten daar geen woord aan vuil. De politieke elite meende dat we het hier goed voor mekaar hadden. We hadden een democratie en racisme werd niet getolereerd. Maar de bevolking vond juist dat er veel te veel buitenlanders hierheen kwamen en dat de overheid veel te soft was. Dat beleid inzake multiculturalisme had helemaal geen draagvlak.
„Het hoogtepunt van deze extreem antiracistische beweging was een verbod op een demonstratie van een groep, ik meen de Nationale Volkspartij, die de leuze ‘Steun het regeringsbeleid, de familie Gümüs moet weg’ niet mocht voeren. Dat werd verboden omdat die leuze haat zaaide! Nou, dan ben je ver heen. Het is in Nederland een tijdje verboden geweest om in het openbaar het regeringsbeleid te steunen! Dat was de achtergrond van de Fortuynrevolutie.’’
Dan is mijn beginvraag – hoe moet je omgaan met Wilders’ extremisme – van een aandoenlijke naïviteit?
„Nou, eerder gevaarlijk.... Dit ‘extremisme’ is mogelijk gemaakt door een antiracistische consensus die bestond bij de hele journalistiek, bij de hele politieke elite en bij vrijwel de hele rechterlijke macht. De bestuurlijke elite is door de Fortuynrevolutie volkomen in de war geraakt. Ze had wel het gevoel iets fout te hebben gedaan, maar wilde er ook weer niet te lang bij stilstaan. Er is nooit écht over nagedacht. Met als gevolg dat men dus van het ene uiterste in het andere verviel. Voor Fortuyn werd alles vervolgd. En na Fortuyn werd er niks meer vervolgd. Als justitie Theo van Gogh had vervolgd wegens belediging vanwege zijn uitspraak over ‘geitenneukers’ dan was hij mogelijk niet vermoord. Het rechtsgevoel van een deel van de Nederlandse bevolking zou dan meer bevredigend zijn geweest, of hij nou veroordeeld zou zijn of niet. Maar nu zijn er helemaal geen grenzen meer. Je mag hier alles zeggen.”
Dat werd toen goed gepraat met het bestaan van het zogeheten ‘recht op beledigen’.
„Dat is een verkeerd vertaalde uitspraak van Hirsi Ali, door kwaadwillende journalisten. Zij had het over een ‘right to offend’. Dat is kwetsen, schokken. Belediging is wat anders. Dat heeft ze nooit gezegd. Dat is een heel belangrijk onderscheid. Een belediging is een opzettelijke en persoonlijke uiting die verboden kan worden, met een minimale inbreuk op de vrijheid van meningsuiting. Terwijl kwetsen en shockeren voorkomt in alle publieke discussies. Als je dat verbiedt blijft er weinig over van de democratie.’’
Dus wat Wilders zoal over moslims zegt is kwetsend, maar niet beledigend.
„Wilders heeft zich het erfgoed van Fortuyn eigen gemaakt. Het belangrijkste waar hij tegen is, zijn de islam en de moslims. Dat wordt door sommigen aangemerkt als racisme.’’
En dat vindt u niet?
„Ik zal je eens wat vertellen: ik ben tegen christenen. Ik wil liever geen christenen in het kabinet. Maar ja, het gebeurt toch. Als jij dan zegt dat mensen die tegen christenen zijn eigenlijk racisten zijn, dan bevind je je op een hellend vlak. Dan ben ik toch dicht in de buurt van een schrijfverbod. Of vind je van niet?’’
Nou, nee, natuurlijk niet.
„Maar als ik zou zeggen ‘ik ben tegen de islam’ dan zeg je wel – ik overschrijd een grens.’’
Ik vind dat er dan moet worden tegengesproken. En als het heel bont wordt gemaakt kan ik altijd nog aangifte doen.
„Dat is voor beledigingen. Voor als ik zou aanzetten tot geweld. Maar ik zeg niet dat de rechtsstaat buiten werking gesteld moet worden. Wilders heeft bij mijn weten ook nooit uitspraken gedaan die de rechtsstaat ondermijnen.’’
Hij zegt dat wie twee paspoorten heeft en in het kabinet zit, niet loyaal is aan Nederland.
„Mijn stelling is dat een dubbele nationaliteit een beperkt maar een reëel probleem is dat in de regeringsverklaring besproken had moeten worden. In drie partijprogramma’s, van PvdA, CDA en CU, staat dat de moord op de Armeniërs genocide was. Dat staat er met slechts één doel, namelijk om de loyaliteit van Turken te testen. Verder kan het niemand in Nederland iets schelen. Maar als Wilders zegt dat het onverstandig is iemand met een Turks paspoort een post in het kabinet te geven, dan is dat racisme en dus schande. Dat is toch volkomen onzin! Het kabinet had deze kwestie onder ogen moeten zien. Dat is niet gebeurd. Dan mag Wilders penalty’s nemen – en de doelman is met vakantie gestuurd.’’
Maar Wilders doet aan de lopende band discriminerende uitspraken over moslims. Daar gebruikt hij deze kwestie ook voor. Dat is zijn agenda.
„Als je democraat bent moet je zeggen dat racisme is toegestaan, maar rassendiscriminatie niet. Want dat gaat in tegen het principe dat iedereen gelijk is. Discriminatie als term moet je alleen gebruiken voor het handelingsperspectief. Als Wilders zou zeggen: in mijn PVV komen de moslims er niet in. Dan is dat een discriminerende uitlating die niet mag. Maar als hij zou zeggen moslims hebben een achterlijk geloof en ik hou niet van een religie die oproept om vrouwen te slaan, et cetera. Daar is rechtstatelijk niks mis mee.’’
Van de PVV kan helemaal niemand lid worden. Het is een kieslijst van door hem geselecteerde personen. Is Wilders dan wel een democraat?
„Dat kan mij niet schelen. Ik vind dat ook mensen die geen democraat zijn toch aan de verkiezingen deel moeten kunnen nemen. Wie bepaalt dat anders? Zou jij willen dat de staat de toegang tot het parlement bewaakt?’’
Wilders verwijt nu zijn critici alvast dat een eventuele aanslag op hem mede voor hun rekening komt.
„Hij manoeuvreert zich inderdaad in een slachtofferrol. Maar vergeet niet dat hij permanent bewaakt wordt. Dat heeft effect. Met publieke personen die permanent bedreigd worden moet je compassie hebben. Terwijl het omgekeerde gebeurt. Wilders wordt tot belichaming van het kwaad gemaakt. Men is niet geïnteresseerd in het debat over de dubbele nationaliteit, maar in de agenda van Wilders. Men ziet Wilders als een slecht mens, ten diepste een racist. Alles wat hij zegt wordt in dat kader geïnterpreteerd. Het debat wordt in morele termen gegoten en daardoor gefrustreerd. Men probeert hem te isoleren. Iemand die zó racistisch is, verdient niet anders dan dat-ie geëlimineerd wordt. Dat is de boodschap. Dat is het demoniseren van de tegenstander. Je moet het vanuit zijn perspectief bekijken: wat hij allemaal over zich heen krijgt. Dan komt zo’n Pechtold vragen of zijn vrouw óók een dubbele nationaliteit heeft. Dat heeft niks met de zaak zelf te maken. Dat is karaktermoord. En Wilders legt daarna dus een verband tussen zijn veiligheid en de manier waarop het debat wordt gevoerd.’’
Moet je dan van de weeromstuit éxtra voorzichtig zijn als je met Wilders in debat wil?
„Je moet alleen discussiëren op grond van wat hij zegt. Niet op grond van wat jij denkt dat er achter zou zitten. Op het moment dat je mensen buiten de beschaafde gemeenschap zet, is het debat niet meer mogelijk. Dan is er een begin van steniging. Eerst eliminatie uit het debat. Dat kan leiden tot fysieke eliminatie. Er zijn al twee politieke moorden geweest: beide daders hadden een draagvlak in de maatschappij.’’