Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Milieu en natuur

Veermans voorkeur voor vlees

Vlees zal „oneindig veel duurder” worden, aldus scheidend landbouwminister Veerman (NRC Handelsblad, 20 februari). Een jaarlijkse groei van de wereldvleesconsumptie met 3 procent is niet vol te houden volgens hem, omdat we al die dieren niet kunnen voeden. En omdat vlees een inefficiënt product is. Tot zover het voortschrijdend inzicht van een minister die zelf niets deed om die inefficiënte productie om te buigen.

Ook nu nog verwacht Veerman dat er geen sprake zal zijn van het afbouwen van de intensieve veehouderij. Sterker, hij verwacht groei van de bio-industrie en zoekt de oplossing niet in een overgang naar een plantaardiger samenleving, maar in het verder uitbenen van de leefomstandigheden van dieren: „Een varkensflat vind ik ook niks, maar het is het meest efficiënte dat er is”. Stoppen met bio-industrie noemt hij „exporteren van verantwoordelijkheid”.

In 1965 bepaalde Europa dat alle dieren vrij moeten zijn van dorst, honger en ondervoeding, vrij van fysiek en fysiologisch ongerief, vrij van pijn, verwondingen en ziektes, vrij van belemmeringen om naar hun aard te kunnen leven en vrij van angst en chronische stress. Van deze vijf ‘vrijheden’ is er één gerealiseerd: veel voer – zorgend voor snelle groei.

Nederland is het meest veedichte land ter wereld, waarin jaarlijks 500 miljoen dieren lijden en sterven in de bio-industrie. Een industrie die jaarlijks 70 miljard kg mest uitstoot, ruim 10.000 kg per huishouden. Het kostbaarste wat we hebben wordt erdoor aangetast: de lucht die we inademen, het water dat we drinken en de bodem waarop we leven. Zelfs boerenzoon Al Gore vergeet in zijn ‘ongemakkelijke waarheid’ te melden dat de rundveehouderij met zijn methaan meer broeikasgassen uitstoot dan het verkeer.

De miljarden die we als belastingbetaler moeten opbrengen om die problemen te bestrijden, worden niet doorberekend in ons stukje vlees bij de kiloknaller. De miljarden die dierziekten onze samenleving kosten – nog los van de verwachte H5N1-pandemie de wereld zal ontwrichten – schrijven we weg alsof ze tot ‘nut van het algemeen’ zouden zijn.

Het kabinet BB+R (twee rentmeesters en één vegetariër) zou serieus werk moeten maken van de overgang van inefficiënte dierlijke eiwitten naar consumptie van plantaardige eiwitten. Bijvoorbeeld via een fiscale vrijstellingsregeling voor de ontwikkeling van vleesvervangers, net zoals bij het Groenfonds en het Cultuurfonds.

Marianne Thieme is lid van de Tweede Kamer en fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren.