De Italiaanse premier Romano Prodi heeft gisteravond het ontslag van zijn regering aangeboden. Aanleiding is de afkeuring door de Senaat van het buitenlands beleid van de regering, waaronder ook de missie in Afghanistan.
President Napolitano heeft het ontslag in overweging genomen en zal vandaag met alle partijen spreken over de nu te nemen stappen. De oppositie wil nieuwe verkiezingen, maar de linkse regeringspartijen zeggen allemaal door te willen regeren.
Bij de stemming in de Senaat over het beleid van minister van Buitenlandse Zaken Massimo D’Alema onthielden twee radicaal linkse dissidente senatoren hun steun. Ze zijn tegen de aanwezigheid van Italiaanse troepen in Afghanistan en tegen de uitbreiding van de Amerikaanse legerbasis in de Noord-Italiaanse stad Vicenza. Het kabinet bleef hierdoor steken op 158 stemmen, terwijl er 160 nodig zijn om een meerderheid in de Senaat te behalen.
Een meerderheid van de centrum-rechtse oppositie, die eerder nog een motie indiende om het beleid van Prodi te steunen, stemde uiteindelijk tegen met als doel de regering ten val te brengen. D’Alema had namelijk een dag eerder aangekondigd dat de regering zou opstappen als de Senaat hem niet zou steunen.
Meteen na het bekend maken van de uitslag barstte de oppositie in gejuich uit. „Aftreden, aftreden, aftreden”, klonk het in spreekkoren. Oppositieleider Silvio Berlusconi voegde zich later in de middag bij deze oproep. Hij sprak van een „internationale vernedering” en zei dat „het land zich onmiddellijk aan deze ramp moet ontworstelen door het terugtreden van de regering. Ik vraag Prodi onmiddellijk zijn ontslag in te dienen”. Na een speciale ministerraad voegde Prodi dit advies gisteravond noodgedwongen op.
Binnen de coalitie is met woede gereageerd op de ontrouw van de twee dissidenten. Zij verdedigden zich gisteren tegen de kritiek. Franco Turrigliato van de Communistische Heroprichting: „Ik kan niet telkens tegen mijn overtuiging stemmen. Dus ik neem ontslag.”