Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Beeldende kunst

Netwerken rond een Campbell-soepblik

Het Stedelijk Museum organiseerde gisteren voor het eerst een fundraise-avond naar Amerikaans model. Van de opbrengst wordt de Warhol-tentoonstelling bekostigd.

Bij de deur van de Amsterdamse Supperclub controleert een boomlange travestiet de namen op de gastenlijst. Binnen hebben de eerste gasten, allemaal keurig gekleed volgens de cocktail-dresscode, zich op de spierwitte ligbanken gevleid. Mannen met wit geblondeerd haar en donkere zonnebrillen delen champagne uit.

Andy Warhol zou zich uitstekend hebben thuisgevoeld in de decadente sfeer van de Supperclub, waar het Stedelijk Museum gisteravond een fundraise-diner organiseerde. Er is geld nodig voor het grote Warhol-overzicht Other Voices, Other Rooms, dat op 12 oktober opent. Het Stedelijk hoopt op een half miljoen euro. „Als vanavond een succes wordt, kunnen we straks net iets meer uitpakken”, zegt woordvoerder Arjan Reijnders, „en misschien nog wat extra schilderijen laten zien”.

Het publiek is opvallend jong. „We wilden nu eens niet het geijkte rijtje sponsors uitnodigen”, vertelt initiatiefneemster Micky Hoogendijk van de Supperclub. „Er zijn ook jonge mensen met geld.” En dus zitten er, naast bekende Nederlanders als Jan des Bouvrie en Erwin Olaf, ook veel jonge juristen en managers in de zaal. Zij kunnen pakketten kopen waarmee ze een specifiek onderdeel van de tentoonstelling sponsoren, zoals de grafische vormgeving, de verzekeringen of de lespakketten. Zelfs op het honorarium van curator Eva Meyer-Hermann – 50.000 euro – kan worden ingeschreven. Als tegenprestatie regelt het museum avondopenstellingen of privé-rondleidingen door directeur Gijs van Tuyl.

In Amerika zijn dergelijke inzamelacties heel gebruikelijk, maar in de Nederlandse museumwereld is het een nieuw fenomeen. Misschien dat daarom het bieden wat aarzelend van start gaat. De eerste die zich meldt is een vertegenwoordiger van Audi. Hij schrijft zich in voor honderdduizend euro, goed voor het hoofdsponsorschap van de tentoonstelling. Maar nadat de man geblinddoekt is afgevoerd naar de kelder voor een ‘special treatment’ is er niemand die zijn voorbeeld durft te volgen.

Na het voorgerecht – tomatensoep met ballen, geserveerd in een Campbell-blik – staat de teller op 165.000 euro. Ondertussen wordt er wel druk genetwerkt. Dat gaat vrijwel automatisch; onderuitgezakt op de witte loungebanken rol je al snel tegen je buurman aan.

De hoofdmaaltijd wordt geserveerd in een hondenvoerbak. Ondertussen klinkt de lijzige stem van Andy Warhol door de ruimte. Hij voert een fictief telefoongesprek met Micky Hoogendijk. En na het dessert kan het publiek uitbuiken onder de reusachtige hoepelrok van een in sm-tuigje gehulde neger. Dan wordt de eindscore bekendgemaakt: 225.000 euro, nog niet de helft van het beoogde bedrag. „Maar veel van de aanwezigen moeten eerst nog toestemming vragen van hun raad van bestuur”, zegt de Stedelijk-woordvoerder. „De opbrengst wordt dus nog veel hoger. En over een paar maanden gaan we gewoon weer zo’n avond organiseren.”