Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

Politiek

En doodgaan, dat gaat vanzelf

De ChristenUnie erkent de wetten over euthanasie, abortus en embryogebruik.

Maar een moreel kwaad vormen ze wel. En dat gaat de partij straks zeggen ook.

Een patiënt ligt aan het infuus. Foto Laif, Hollandse Hoogte Patient ligt aan het infuus in ziekenhuis. *** Local Caption *** 00660003
Een patiënt ligt aan het infuus. Foto Laif, Hollandse Hoogte Patient ligt aan het infuus in ziekenhuis. *** Local Caption *** 00660003 LAIF / Hollandse Hoogte

Niet álle betrokkenen zwijgen over de formatie. Neem Eimert van Middelkoop, Eerste-Kamerlid voor de ChristenUnie. Hij schreef een column over de formatie op de site van zijn partij. En hij wil er ook wel wat over zeggen. Bijvoorbeeld dat de partij bij regeringsdeelname „de ondeugden van de samenleving aan de kaak moet stellen” en „zaken moet benoemen zoals ze zijn”. Van Middelkoop: „Sinds de bezegeling van de wetten over abortus en euthanasie, zijn politici vervallen in een groot zwijgen. Als wij mee gaan regeren, zullen we het dichtgeschroeide geweten van politici aanspreken. Wij zullen abortus en euthanasie weer een moreel kwaad noemen.”

Maar het kwaad benoemen om mensen aan het denken te zetten, is niet het enige wat de partij zou willen. Zo valt op de site over abortus en euthanasie te lezen: „Deze wetgeving druist in tegen een van de meest elementaire waarden: de beschermwaardigheid van het leven. Herstel van deze principiële wettelijke bescherming is geboden.”

Over het homohuwelijk: „Het huwelijk is een publieke verbintenis tussen een man en een vrouw en is als zodanig een goddelijke instelling vanaf de schepping.”

En over biotechnologie: „Biotechnologisch en genetisch onderzoek en toepassing ervan, vereisen kaders en duidelijke wet- en regelgeving.”

Partijleider André Rouvoet zei eerder dat de ChristenUnie democratisch genoeg is om bestaande wetten te erkennen. Gaat er dan niets veranderen? Of toch een aantal zaken?

Johan Legemaate, bijzonder hoogleraar gezondheidsrecht aan de Vrije Universiteit, verwacht het laatste. En dat is volgens hem mogelijk doordat er momenteel diverse dilemma’s spelen bij euthanasie.

De eerste betreft mensen met dementie. Legemaate: „Want wat te doen met een tevreden ogende demente bejaarde, die een euthanasieverklaring heeft waarin staat dat hij niet langer wil leven als hij zijn familie niet meer herkent? Door zijn persoonlijkheidsverandering kan hij zich gelukkig voelen en elke dag vrolijk sigaretjes roken. Moet de arts dan toch een einde aan zijn leven maken?”

En hoe om te gaan met mensen die niets onder de leden hebben, maar klaar zijn met hun leven? De Hoge Raad oordeelde eind 2002 in de zaak-Brongersma dat mensen die ‘levensmoe’ zijn niet onder de Euthanasiewet vallen. Maar dat heeft de roep om een levensbeëindigende ‘pil van Drion’ (waar de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie voor pleit) niet doen verstommen.

Jurist Legemaate verwacht dat discussies over verruiming van het zelfbeschikkingsrecht van patiënten „voorlopig van de baan zijn”. Legemaate: „Een kabinet met de ChristenUnie zal zich richten op het voorkómen van euthanasie. Dat kan door de inzet van meer palliatieve zorg, om zo het lijden te verzachten.” Daar is niets mis mee, vindt hij, tenzij het de keuze van mensen voor euthanasie beperkt. En dat risico bestaat volgens hem wel degelijk.

Dat klopt, zegt Henk Jochemsen, bijzonder hoogleraar medische ethiek aan de VU – al spreekt hij zelf niet van een risico. Jochemsen voelt zich verbonden met de ChristenUnie. Hij hoopt dat die partij zal zorgen voor een euthanasieverbod, zodra er betere palliatieve zorg beschikbaar is.

Jochemsen, tevens directeur van het christelijke Lindeboom Instituut voor medische ethiek in Ede: „De bedoeling van de wet is dat euthanasie wordt toegepast als laatste middel. Biedt de palliatieve zorg een alternatief, dan verdwijnt euthanasie uit beeld.”

Ook de abortuspraktijk kent dilemma’s. Daar spitst de discussie zich toe op de overtijdbehandeling: het afbreken van een zwangerschap binnen zestien dagen na de uitgebleven menstruatie. Vlak voor haar naderende vertrek uit de politiek heeft staatssecretaris Ross (Volksgezondheid, CDA) laten weten die overtijdbehandeling onder de ‘wet afbreking zwangerschap’ te willen brengen. Ook voor prille zwangerschappen worden vrouwen dan verplicht vijf dagen bedenktijd in acht te nemen.

Dat laatste sluit aan bij de wensen van de ChristenUnie. Maar de meeste medici zijn er fel op tegen. Evert van Leeuwen, hoogleraar medische ethiek aan de Radboud Universiteit van Nijmegen: „Het zou het vertrouwen tussen politiek en artsen op het spel zetten.”

Van Leeuwen noemt het „absurd’’ om vijf dagen bedenktijd in te voeren bij de overtijdbehandeling: „Als die vrouwen nog vijf dagen moeten wachten, krijgen ze allemaal zwangerschapsverschijnselen. Dat worden dramatische toestanden.”

Van Leeuwen denkt dan ook dat het niet zal gebeuren. Hij zegt zich niet voor te kunnen stellen „dat grote partijen zich door een klein beginselpartijtje laten gijzelen”. Jochemsen van het Lindeboom Instituut daarentegen, lijkt het „niet meer dan normaal” dat de ChristenUnie haar beginselen wil realiseren.

Jochemsen: „De partij zal proberen waar mogelijk de wet bij te stellen. In eerste instantie betekent dat: aanscherping van de uitvoering.” Volgens de bijzonder hoogleraar zou abortus alleen moeten worden toegestaan als er geen enkel alternatief is: „Pas dan is sprake van een noodsituatie.”

Zeker lijkt dat de ChristenUnie aan de formatietafel zal pleiten voor meer voorlichting. Over de consequenties van abortus, bijvoorbeeld. Of over de mogelijke alternatieven, zoals adoptie en opvoedingsondersteuning.

Volgens Jochemsen vragen veel vrouwen om abortus vanwege financiële problemen. Jochemsen: „Dus moet je als samenleving alternatieven bieden. Fiscaal, of in de vorm van kinderbijslag.” Hij denkt dat CDA en PvdA „niet onwelwillend” staan tegenover meer ondersteuning voor zwangere vrouwen. „De PvdA moet rekening houden met een groeiende allochtone achterban, die moeite heeft met abortus.”

Maar niet alleen abortus en euthanasie komen dezer dagen aan de orde. De formatiegesprekken zijn mogelijk nog beslissender voor de toekomst van de biotechnologie. Het onderzoek met menselijke embryonale stamcellen voor de ontwikkeling van geneesmiddelen tegen onbehandelbare ziekten (alzheimer, parkinson), staat nog in de kinderschoenen. En anders dan bij euthanasie en abortus, moet de wetgeving hierover nog worden ontwikkeld. „Als de ChristenUnie wil scoren, zal zij het op dit gebied moeten doen’’, zegt hoogleraar medische ethiek Van Leeuwen.

Momenteel doen laboratoria in Wageningen, Utrecht en Groningen onderzoek met stamcellen. Maar dat zijn embryonale restcellen, die overblijven na in-vitrofertilisatie. Vorig jaar adviseerde een speciale commissie het kabinet om het huidige verbod op het creëren van embryo’s voor onderzoek, te schrappen. Staatssecretaris Ross heeft dat besluit uitgesteld. Zij vindt dat het nieuwe kabinet de beslissing moet nemen.

Bijzonder hoogleraar Jochemsen is tegen embryonaal onderzoek, uit vrees voor een „glijdende schaal”. Jochemsen: „Elk menselijk leven hoort te worden beschermd, vanaf de eerste dag van de conceptie. Als we toestaan dat er embryo’s worden gemaakt voor onderzoek, geven we straks ook gehoor aan de roep om permanente comapatiënten voor onderzoek te gebruiken. Dat is heel bedreigend.”

Hoogleraar Legemaate spreekt van „een heikele discussie”. „Een kabinet met de ChristenUnie zal waarschijnlijk het embryo beschermen en het stamcelonderzoek beperken. Maar dat onderzoek kan tot belangrijke resultaten leiden. De bezorgdheid onder wetenschappers over het bestaande verbod neemt toe.”

En senator Van Middelkoop? Hij zou, zegt hij, de huidige wetgeving af willen schaffen. Maar: „Die wetten, zeg ik met pijn in het hart, zijn diep verankerd in de postreligieuze en individualistische cultuur waarin we terecht zijn gekomen.” Desondanks zal Van Middelkoop, die in Haagse kringen wordt getipt als toekomstig minister, „elke kans aangrijpen om fundamentele rechtsnormen te herstellen”.