Na bijna twaalf uur vergaderen spoedt Jan Peter Balkenende, premier van het demissionaire kabinet, zich naar de Tweede Kamer. Gekluisterd aan de televisie luisteren zijn collega’s in de Blauwe Zaal – een vergaderruimte naast de Trêveszaal – naar de toelichting die hun primus inter pares geeft op het besluit om voorlopig een deel van de uitgeprocedeerde asielzoekers niet meer uit te zetten. Demissionair vice-premier Gerrit Zalm (VVD) legt dan de laatste hand aan een verklaring die hij zal uitspreken wanneer Balkenende zijn toelichting heeft afgerond.
Gespannen leest Zalm in de hal van het ministerie van Algemene Zaken met VVD-minister Rita Verdonk aan zijn zijde, de verklaring voor. Hij slikt een paar keer extra, legt de handen op het katheder. „Laat ik beginnen met dat het heel bijzonder is dat er een linkse meerderheid in de Tweede Kamer onmiddellijk een demissionair kabinet probeert te dringen in een richting die dat demissionaire kabinet helemaal niet wil.” Het uitspreken van het woord links, kost de liberale zichtbaar moeite.
Na de lange vergadering heeft het kabinet, volgens Zalm, „een gedrocht” geproduceerd. De CDA-ministers hebben de wens van de Kamer gehonoreerd over het opschorten van het uitzetten van asielzoekers. Tijdens zijn toelichting spreekt Zalm over een „zwarte dag”. De zeven bewindslieden van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie hadden in normale omstandigheden hun ontslag aangeboden. Maar de minister-president deed „een dringend beroep” op de VVD-ministers om niet op te stappen „vanwege de regeerbaarheid van het land”.
Zalm vindt dat „een VVD-minister het kabinetsbesluit niet voor haar/zijn rekening kan nemen”. Het vreemdelingenbeleid wordt daarom voor de resterende kabinetsperiode een CDA-minister Hirsch Ballin uitgevoerd. Zalm: „Daarom is besloten tot een portefeuilleruil waarbij minister Verdonk de portefeuille naast integratie preventie, jeugdbescherming en reclassering heeft gekregen. Het was voor ons vandaag een hele moeilijke dag met een besluit waar wij het absoluut niet mee eens zijn. Toch zitten wij in de moeizame situatie dat wij onze bestuurlijke verantwoordelijkheid moeten nemen om het land regeerbaar te houden maar dat wij hiertoe zijn geforceerd door een Tweede Kamer die de constitutionele verhoudingen uit het oog heeft verloren, doet ons zeer veel verdriet.”
Volgens Zalm is het opschorten van uitzetten „een hellend vlak met grote bestuurlijke en juridische risico’s. Ook als je een beperkte groep beoogt zal met een beroep op gelijke behandeling uiteindelijk een veel grotere groep daarop aanspraak maken. Wij waren het daar dus fundamenteel mee oneens”.
Toch is de VVD door aan te blijven, wel mede-verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid. Zalm: „Er zijn geen VVD-bewindslieden betrokken bij de uitvoering van het beleid. Daarom heeft mevrouw Verdonk ook afstand gedaan van deze portefeuille en een andere portefeuille daarvoor teruggekregen.”
„Het is een beetje burgemeester in oorlogstijd: je moet kiezen tussen twee kwaden”, zei Zalm. „Het ene was: we gaan met z’n allen eruit en we dringen echt erop aan dat het ontslag geëffectueerd wordt. Maar dan weet je ook dat er grote problemen ontstaan in het bestuur van Nederland en dat hebben we de doorslag laten geven.”
In de Tweede Kamer zijn de parlementariërs opgelucht dat het kabinet eindelijk een knoop heeft doorgehakt. Een lange dag wachten werd verschillend ingevuld. Ervaren Kamerleden ruimden hun kast op, nieuwe Kamerleden worstelden zich door de dossiers en alle Kamerleden discussieerden over het verloop de formatie. Na de toelichting van Balkenende werd VVD-leider Mark Rutte, als altijd glimlachend, niet moe om te herhalen dat de VVD deze opstelling kiest „in het landsbelang”. Waarom niet gewoon vasthouden aan het niet-uitvoeren van de motie? „Tja, dat wilde het CDA niet, dat was het probleem. Dit was noodzakelijk om een absoluut onmogelijke bestuurlijke situatie te voorkomen. De PvdA van Wouter Bos is verantwoordelijk voor deze situatie.”
Geert Wilders van de Partij voor de Vrijheid zei dat „de minister-president geen ruggengraat heeft getoond”. Hij noemde het „onbegrijpelijk dat de VVD wil blijven zitten, met Verdonk als een halve minister. Het is oerdom dat de VVD’ers accepteren dat ze worden gebruikt om de deur te openen naar een kabinet CDA-PvdA.” De door het stopzetten van de uitzettingen ontstane „opening naar links” stijft Wilders in de verwachting dat het voor zijn partij de komende jaren oppositie wordt. Het stopzetten van uitzettingen zal volgens hem ongetwijfeld tot „grootscheeps misbruik” aanleiding geven.
GroenLinks-leider Femke Halsema spreekt van een „mooi voorbeeld van levend staatsrecht. Omdat Verdonk hecht aan het pluche, neemt zij de hele VVD in gijzeling. Een voordeel: het beleid Verdonk is ten einde”.