Elke dag haal ik sigaretten bij de avondwinkel. Zonder dat ik hoef te bestellen, ligt mijn pakje Marlboro Medium al op de toonbank.
Nadat ik peuken heb gehaald voor een avond stappen in de disco, fiets ik weg. Dan hoor ik geroep achter me: „Meisje, meisje, wacht even...”
Een medewerker van de avondwinkel rent naar me toe. „Ik weet ook niet wat het is”, stamelt hij, „maar iedere keer als jij binnenkomt, slaat mijn hart op hol en gaan mijn handen trillen.” Als bewijs toont hij zijn handen, waaraan in het donker niets te zien is.
„O”, zeg ik beduusd. En terwijl ik wegfiets: „Dan heb je maar geluk dat ik zoveel rook!”
Een versie van
dit artikel
verscheen ook in
NRC Handelsblad
van 23 mei 2006.