Tijdens het debat gisteren vond Van der Hoeven voor haar gedachte alleen steun bij haar eigen partijgenoten en de kleine christelijke partijen. De rest van de Kamer, de coalitiepartners van VVD en D66 incluis, nam fors afstand van de minister. Het felst betoonde zich Kamerlid Bakker (D66), die de minister vroeg of zij ook van mening is dat de aarde niet langer rond is en of de theorie dat kindertjes van de ooievaar komen ook gelijk is aan de huidige stand van de wetenschap op dit terrein. Hoewel enigszins raillerend, waren dit terechte vragen. Door de evolutietheorie af te doen als ,,niet compleet'' en op gelijke voet te stellen met pseudo-wetenschappelijke ideeën uit fundamentalistisch-christelijke hoek stelt Van der Hoeven zich op als een dwaallicht. Wil zij terug naar de donkere Middeleeuwen? Een minister van Onderwijs en Wetenschappen kan er beter het zwijgen toe doen dan particuliere geloofsopvattingen te berde te brengen die de scheiding tussen kerk en staat doen vervagen.
Van der Hoeven betoogde gisteren dat zij geenszins van plan is haar ideeën om te zetten in een concrete aanpassing van leerplannen en de eisen voor eindexamens op middelbare scholen. En dat is maar goed ook, want het is zaak de wetenschappelijke theorie van de evolutieleer te scheiden van het geloof. Als Intelligent Design ergens thuishoort, is het in de godsdienstles.
De minister onderschat welke consequenties haar uitlatingen kunnen hebben op het onderwijsveld, ook zonder dat zij concrete aanpassingen doet in leerplannen. Orthodox-christelijke en islamitische scholen, die de evolutieleer afwijzen, hebben nu een krachtige medestander in hun strijd tegen het van hogerhand opgelegde lesprogram. Als de minister haar gedachte bedoeld heeft als methode om de integratie van moslims te bespoedigen, is het een integratie de verkeerde kant op – weg van de moderniteit. Daarmee wordt zowel gelovigen als niet-gelovigen geen dienst bewezen.