Al tijdens het voorlezen van het vonnis brak er een triomfantelijk lachje door op zijn gezicht. Samir A., een van de meest prominente moslimextremisten van de zogeheten `Hofstadgroep', zou opnieuw niet worden veroordeeld. Stapje voor stapje legde de president van de Rotterdamse rechtbank woensdag uit waarom het openbaar ministerie onvoldoende bewijs op tafel had gelegd voor de stelling dat Samir aanslagen voorbereidde op de Tweede Kamer, de luchthaven Schiphol of kerncentrale Borssele. Samir – zoals tijdens alle zittingen gehuld in smetteloos wit – draaide zich nog eens om naar de publieke tribune. Hij kwam vrij. De drie maanden die de rechtbank hem oplegde wegens verboden wapenbezit had hij allang in voorarrest uitgezeten. ,,De rechtbank in Rotterdam heeft haar rug recht gehouden'', zei zijn advocaat Victor Koppe even later.
In Leidschendam, op het kantoor van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), waren ze waarschijnlijk minder blij. De onverwachte moord op Theo van Gogh op 2 november vorig jaar was de dienst rauw op het dak komen vallen. Maar met Samir achter de tralies, en met de arrestatie van twaalf medeverdachten van Mohammed B. kort na de moord op Van Gogh, was voorlopig de angel uit het `Hofstadnetwerk' gehaald, zo had men gehoopt in Leidschendam.
Nu loopt de man die de AIVD tot voor kort beschouwde als target nummer één binnen de Hofstadgroep weer vrij rond. Net als in november 2003, toen Samir en vier anderen werden aangehouden wegens het voorbereiden van een aanslag, maar al na enkele weken moesten worden vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs.
Dát Samir iets van plan is, lijkt duidelijk. Zelfs de rechtbank stelde vast dat hij met de spullen die in zijn huis werden gevonden – de plattegronden, de aantekeningen van zijn `verkenningen', de chemicaliën en elektrische circuits, de geluidsdemper en patroonhouders, het kogelvrije vest, de nachtkijker – maar één bedoeling kon hebben: ,,het plegen van enig misdrijf''. Samir, zo stelde officier van justitie R. Lambrichts twee weken geleden, verkeerde in ,,de laatste fase van zijn opdracht''.
Hij opereerde bovendien niet alleen. Op één van de plattegronden die bij Samir werden gevonden zaten de vingerafdrukken van een ander prominent `Hofstadlid', Ismail A.. Vanuit de gevangenis probeerde Samir contact te leggen met het huis van Ismail en zijn vriend Jason W. in de Haagse Antheunisstraat. Een dag later gooiden de twee een handgranaat, toen een arrestatieteam ze kwam halen.
Maar wat was de Hofstadgroep eigenlijk van plan? Ismail en Jason worden níét verdacht van het plegen van een aanslag op Schiphol, zij zouden onder meer de Kamerleden Hirsi Ali en Wilders hebben willen doden. En of de Hofstadleden hebben meegeholpen met de moord op Theo van Gogh, zoals het OM denkt, staat evenmin onomstotelijk vast. Het dossier, zoals het nu voorligt, biedt óók ruimte voor de stelling dat Mohammed B. op eigen houtje heeft geopereerd.
Bestaat de `Hofstadgroep' wel? Is er sprake van een `terroristische organisatie' of is het eerder een los `circuit' van jongemannen met extreme en gewelddadige opvattingen? NRC Handelsblad sloeg de duizenden pagina's van het strafdossier van de verdachten er op na. Onze indruk: deze veertien jongens runden níét een goedlopend Al-Qaeda-filiaal. Van sturing van buitenaf blijkt niets. Vaak moesten ze het vak van terrorist zelf uitvinden. Daarmee dringt zich meteen een tweede verontrustende conclusie op: `doe-het-zelfterroristen' als Samir A. en Mohammed B. kunnen overal opstaan.
Leergierig
Het begon allemaal zo: eind 2002 woont de Syriër Abu Khaled in een kamer boven een belwinkel in Schiedam, waar hij lessen geeft aan leergierige moslimjongens. Hij is een asielzoeker die naar eigen zeggen in Syrië werd vervolgd omdat hij lid was van het fundamentalistische `moslimbroederschap'. Het belhuis is van een Turk `Abu Ahmed', een vriend van Abu Khaled. Een van zijn leerlingen is de Marokkaans-Nederlandse verdachte Nouredine el F., een ander is Nouredines huisgenoot Mohammed B – de vermoedelijke moordenaar van Van Gogh. Zij komen voor de cursus helemaal uit Amsterdam.
Volgens Nouredine leest Abu Khaled vooral jihadistische literatuur en spreekt hij over de ideologie van de extremistische Takfir wal Hijra-beweging, die propageert dat ongelovigen en `afvallige' moslims moeten worden gedood.
Al snel gaat Abu Khaled ook bij Nouredine en Mohammed B. thuis cursussen geven. De twee wonen samen in Amsterdam-West, in een seniorenwoning in de Marianne Philipsstraat. Die woning fungeert dan al als ontmoetingsplaats voor `zoekende moslimjongeren'. In december 2002 signaleert de Regionale Inlichtingen Dienst van de Amsterdamse politie er voor het eerst ,,huiskamerbijeenkomsten''. Soms komt Abu Khaled spreken. Later leidt Mohammed B. de bijeenkomsten zelf.
Mohammed B. is zich gaan verdiepen in de islam en zijn ideeën verharden zich. Hij vertaalt teksten van radicale auteurs, zoals `16 argumenten voor jihad' van Abullah Azzam, de `peetvader' van Bin Laden. Eerst voorziet hij die vertalingen van inleidingen. Later gaat hij onder de naam `Abu Zubair' zelf boeken schrijven. De ideeën ontleent hij aan de grondleggers van de politieke gewelddadige islam. Abu Zubair vertaalt hun denkbeelden naar een Nederlandse situatie. In `how to catch a wolf' marcheren de ridders van Tawheed (de goddelijke eenheid) naar het Binnenhof en wappert op het `torentje van Kok' de vlag van de islamitische wet, de sharia.
Mohammed B. schept – voor het eerst – een Nederlandse takfir-literatuur. Toch beschouwt de AIVD hem als een `randfiguur'. Andere leden van de groep, die reizen maken naar het buitenland, baren de dienst veel meer zorgen. Samir A. is in 2003 in Oekraïne opgepakt, toen hij met een klasgenootje naar Tsjetsjenië wilde reizen om te vechten voor de jihad. De dienst vreest dat Ismail en Jason in Pakistan in een trainingskamp hebben gezeten. Zowel Ismail als Samir reist naar Spanje, waar ze contact hebben met de Marokkaan Naoufel Akoudad, verdacht van betrokkenheid bij de bomaanslagen in Casablanca, in mei 2003. Als Akoudad in oktober in Spanje wordt aangehouden, alarmeert de inlichtingendienst justitie. De politie doet invallen op diverse adressen, waaronder het belhuis in Schiedam. Abu Khaled, Samir, Ismail en Jason worden met een vijfde verdachte opgepakt. Bewijs dat ze bezig zijn met een aanslag, zoals de AIVD denkt, wordt niet gevonden. Binnen twee weken staan ze weer op straat.
In chatgesprekken die later op zijn computer zijn gevonden schept Jason op over hoe hij in Pakistan heeft geleerd te bidden met een kalasjnikov tussen zijn knieën. In de gesprekken suggereert hij dat het `kamp' waarin hij zat hoorde bij de extremistische beweging van Maulana Masood Azhar, die aanslagen uitvoert in Kashmir. Maar de militaire training die Jason naar eigen zeggen volgde, wordt voortijdig afgebroken. Door `visumproblemen' moet hij, net als Ismail, na enkele weken al naar huis. Medio 2004 schrijft de AIVD dat ,,sinds het wegvallen van Akoudad geen significante contacten in het buitenland waargenomen'' zijn.
Losse groepjes
Het lijkt er dus op dat de `Hofstadgroep' is ontstaan in Nederland zelf, onder invloed van een Syrische asielzoeker. Dat past ook in het internationale beeld dat het moslimterrorisme na 11 september 2001 biedt: na het oprollen van het Al-Qaeda-netwerk zijn op vele plaatsen in de wereld losse groepjes moslimextremisten ontstaan die zich laten inspireren door het gedachtegoed van Osama bin Laden en de aanslagen die hij heeft gepleegd.
In oktober 2003 wordt de Syriër Abu Khaled uitgezet naar Duitsland, vanwaar hij naar Nederland blijft reizen. Maar inmiddels lijkt de Hofstadgroep ook op eigen benen te kunnen staan. Een half jaar lang is het rustig geweest maar in het voorjaar van 2004 neemt de AIVD ,,meer beweging'' waar. De Marianne Philipsstraat blijkt in de loop van 2004 een grote aantrekkingskracht uit te oefenen op Marokkaanse jongeren van diverse pluimage.
Op zaterdag en zondag zit de piepkleine seniorenwoning helemaal vol. Niet in de laatste plaats door de ,,voorbeeldfunctie'' die Mohammed B. vervult voor Marokkaanse jongens, zoals een verdachte met de bijnaam `Bousklatti' het uitdrukt. Bousklatti worstelde naar eigen zeggen met vragen over het leven na de dood. Bij Mohammed B. kon hij met zijn vragen terecht. Ook buurtgenoot Rachid B. raakt onder de indruk van de religieuze kennis die Mohammed B. in anderhalf jaar tijd heeft verworven. Hij kwam regelmatig naar de bijeenkomsten, vertelt hij, ,,omdat Mohammed veel meer van het geloof weet dan ik''.
De kring die de huiskamerbijeenkomsten bezoekt, groeit – maar vooral spontaan. Rekrutering wil niet echt vlotten. Jason W. probeert via internet wel jongeren te ronselen en stuurt die door naar Samir A. Maar die is niet te spreken over de kwaliteit van de rekruten. Ze zijn niet serieus genoeg, zo blijkt uit chatgesprekken op de computer van Jason. Samir verbiedt Jason nog langer mensen naar hem toe te sturen.
Er zijn meer ontmoetingsplekken. Zo is er het internetcafé aan de Willem Nakkenstraat, vlakbij het huis van Mohammed B.. Bousklatti kent ,,veel vrienden'' uit deze winkel, die wordt geleid door de Egyptenaar Aymen. Achter de kassa staan een bankstel en een tafel waaraan regelmatig wordt gegeten, ook Bousklatti mag een keer aanschuiven. In de winkel ontmoet Bousklatti op zijn minst twee `doorgewinterde' leden van de Hofstadgroep: Fahmi B. en Ismail A., die er telefoonkaarten verkoopt. Beiden behoren tot de arrestanten van oktober 2003. In het café laat Bousklatti jihadliederen op zijn MP3-speler zetten die bij zijn aanhouding wordt gevonden. Hij zegt dat hij de Arabische tekst niet verstaat. Maar over het karakter van de liederen hoeft weinig misverstand te bestaan: op de achtergrond is mitrailleurvuur te horen.
Filmpjes
Ook in moskeeën lopen moslimjongeren tegen de vrienden van Mohammed B. aan. Er is de omstreden El Tawheed-moskee in Oud-West die fungeert als trefpunt. Maar ook in minder bekende, gematigde moskeeën vindt `ronseling' plaats. Verdachte Youssef E. vertelt over de jongens die hij heeft leren kennen in de moskee Hijra, om de hoek bij Mohammed B. ,,Ze hadden mij wel eens uitgenodigd om wat te eten en te drinken.'' En zo wordt Youssef bezoeker van de bijeenkomsten in de Marianne Philipsstraat. Er wordt niet alleen gepraat, maar ook naar filmpjes gekeken, zegt Youssef. ,,Dat waren video's afkomstig van het internet. Die gingen bijvoorbeeld over de oorlog in Tsjetsjenië. Die beelden lieten zien dat mensen doodgingen.'' De jongens wisselen materiaal uit op meegebrachte laptops en usb-geheugensticks voor computers.
De meeste verdachten zeggen dat er tijdens de bijeenkomsten louter over `het geloof' werd gesproken. Maar het is moeilijk voor te stellen dat Mohammed B. zijn opvattingen over de oorlog met de ongelovigen voor zich hield. In een `Open brief aan het Nederlandse volk' schreef hij: ,,...U bent overal een doelwit geworden: in de tram, bus, trein, winkelcentrum. Het zal slechts een fractie van een seconde wezen en u zult zich tussen de dood bevinden...'' Duidelijk is ook dat de jongens praatten over Theo van Gogh en de `afvallige' Hirsi Ali. Bovendien zijn de `open brieven' die Mohammed B. schreef aan het adres van Hirsi Ali, Geert Wilders en wethouder Aboutaleb ook gevonden bij veel van de verdachten. De brieven zijn dreigend van toon, zinspelen op de dood van de politici, maar worden nergens concreet. Dat geldt ook voor de chatgesprekken die Jason W. had op zijn computer. Daarin spreekt hij al in 2003 over politici die hij ging `slachten', zoals premier Balkenende.
Er zijn ook aanwijzingen dat de groep het niet bij teksten wilde laten. ,,Muwahhidin-brigade op weg naar Hirsi Ali'', schreef Omar A. op 31 augustus op de MSN-website Muwahhidin/deWareMoslims. Het is de dag na de vertoning van Submission, de film die Van Gogh maakte in opdracht van het Kamerlid voor de VVD. Wat de internetrechercheurs van het KLPD vooral doet opveren is dat Omar achter het schuiladres van Hirsi Ali naast de Israëlische ambassade in Den Haag is gekomen. De politica wordt geëvacueerd. Later zal het KLPD vaststellen dat er allerlei verbanden zijn tussen Muwahhidin/deWaremoslims en de Hofstadgroep. De MSN-groep, zo schrijft een rechercheur, fungeerde als ,,een soort propagandasite'' van de Hofstadgroep.
Slavinnetjes
Wat de AIVD verontrust, is dat een deel van de groep recentelijk islamitische huwelijken is aangegaan. De politie constateert dat ook: Youssef, bijvoorbeeld, heeft trouwplannen en verdachten Nadir A. en Zine Labidine zijn al getrouwd, de laatste in de El Tawheed-moskee. Trouwen geldt volgens de inlichtingendienst als laatste aardse verplichting vóór de jihad en het martelaarschap. Maar of een huwelijk de aanloop naar een aanslag is blijft onduidelijk. Wel heeft de politie enkele `testamenten' gevonden. Jason W. schreef een afscheidsbrief aan zijn moeder en Mohammed B. liet een aantal brieven achter. Jason fantaseerde volgens een vriend vaak over `slavinnetjes' die hij later zou krijgen. Van Nouredine el F. werd een tekst gevonden ,,aan mijn moslimbroeders en mijn familie''. Daarin staat: ,,ik wil zelf doodgaan als martelaar omwille van God. En vraag God om mij als martelaar te aanvaarden.''
Extremisme, haat, oorlog, martelaarschap: wie de Hofstad-dossiers doorbladert, krijgt het gevoel dat de dood in de groep rond Mohammed B. het belangrijkste thema was. De moord op Van Gogh lijkt in dat licht de logische consequentie van de haatideologie die Mohammed B. uitdraagt. Dat andere leden van de groep, zoals Ismail en Jason, mogelijk óók moordplannen koesterden (op onder anderen Wilders) hoeft geen verbazing te wekken. Maar zijn deze plannen daarmee onderdeel van een `agenda' van de hele groep? In hoeverre was de Hofstadgroep een organisatie?
Uit de strafdossiers blijkt dat er op zijn minst een `netwerk' was. De banden worden bij uitstek belichaamd in de persoon van `Zine Labidine'. Hij is een illegale Marokkaan die zegt rond te moeten komen van leningen van zijn vrienden. Hij is vaste bezoeker van de bijeenkomsten bij Mohammed B., werkte vorig jaar in het Schiedamse belhuis waar Abu Khaled zijn eerste cursussen gaf, woonde tijdelijk bij Jason W. in diens huis in het Haagse Laakkwartier, komt geregeld in het internetcafé aan de Amsterdamse Willem Nakkenstraat, kent vele `leden' van de Hofstadgroep uit de El Tawheed-moskee. Op 2 november wordt hij opgepakt, als hij de Hijra-moskee verlaat.
De onderlinge bereidheid om elkaar te helpen is groot. Zine Labidine mag met vrouw en kind een week op zolder wonen bij Achmed H. in Amsterdam-Noord. Als Achmed zelf zijn onwillige vrouw verlaat omdat hij volgens traditioneel islamitisch gebruik een tweede vrouw wil trouwen, mag hij bij Mohammed B. logeren, tot hij zelf iets gevonden heeft. Andere broeders komen Mohammed B. vervolgens eten brengen. Op zijn beurt zamelt Mohammed B. onder zijn bezoekers geld in voor `een arme vrouw' die geen huur meer kan betalen omdat haar man in de gevangenis zit. De politie denkt dat het gaat om Samir A.'s vrouw. Bij Mohammed B. thuis trof de politie een inzamelingslijst aan.
Betaalden de leden van de Hofstadgroep `contributie' voor terroristische activiteiten? De Hamburgse Al-Qaeda-cel rond Mohammed Atta kon alleen functioneren dankzij een voortdurende stroom overboekingen uit het Golfgebied. Ook bij eerdere `moslimterrorismezaken' in Nederland was fondsenwerving belangrijk. Verdachten handelden in valse paspoorten, nep-merkkleding, drugs.
In deze zaak is van gerichte fondsenwerving weinig terug te vinden. De enige aanwijzing zou de gewapende overval kunnen zijn op de Edah-supermarkt op 8 april 2004 in Rotterdam. Daarvoor wordt ene Ibrahim B. veroordeeld tot drie jaar cel. Ibrahim onderhield banden met Samir A., die werkte in het Edah-filiaal. De stelling van het openbaar ministerie dat Samir `medepleger' was bij de overval werd deze week door de rechtbank verworpen.
Gootsteenontstopper
Sommige leden van de groep beginnen al in 2003 aan een zoektocht naar wapens. Jason informeert naar de mogelijkheid om wapens via internet te kopen. En bij de huiszoekingen in oktober van dat jaar vindt de politie bij Samir A. een plastic tas met wonderlijke inhoud: ammoniak, zoutzuur, gootsteenontstopper, plastic handschoenen, veiligheidsbrillen en een zak kunstmest. Uit kunstmest op basis van ammoniumnitraat kun je de grondstoffen voor een explosief winnen. De zak kunstmest die Samir heeft gekocht bevat echter geen ammoniumnitraat maar ammoniumsulfaat, zo stelt het Nationaal Forensisch Instituut (NFI) vast. De spullen waren niet geschikt voor het maken van een bom. Als de Rotterdamse politie in de zomer van 2004 zijn huis doorzoekt, na de overval op de Edah, vinden ze dezelfde spullen terug. Ditmaal constateert het NFI dat ,,hoogstwaarschijnlijk getracht is een explosieve constructie te vervaardigen''. Het NFI stelt echter ook vast dat dit niet is gelukt.
Samir is niet de enige met een bijzondere interesse in kunstmest. De AIVD meldt dat Jason W. samen met verdachte Achmed H. naar kunstmest informeert bij Welkoop in Eemnes, een keten waarvan Samir een adressenlijst heeft. Bij Jason wordt ook een Engelstalige handleiding gevonden over het fabriceren van `plastic explosives', zoals bijvoorbeeld uit ammoniumnitraat. Maar de verdenkingen gaan niet alleen uit naar kunstmestbommen. Ook de interesse in airbags vindt justitie verdacht. De politie vindt bij Jason een afbeelding van een airbag, terwijl een andere verdachte chemische formules in zijn bezit blijkt te hebben die onder meer gaan over natriumazide, het gas waarmee een airbag wordt gevuld. TNO rapporteert: het natriumazide in een airbag kan omgezet worden in explosief gasvormig stikstof, dat overigens alleen op korte afstand schade kan veroorzaken.
Sommige leden van de Hofstadgroep weten ook echt aan gevaarlijke spullen te komen. Mohammed B. schiet Theo van Gogh neer met een pistool. En Jason en Ismail blijken in het bezit van Joegoslavische handgranaten als de politie binnenvalt in de Haagse Antheunisstraat. Vier agenten raken gewond door de rondvliegende kogeltjes.
Met het oppakken van de vermoedelijke leden van de Hofstadgroep denkt justitie aanslagen te hebben verijdeld. Maar of alle gevaar nu is geweken, is twijfelachtig. Niet alleen loopt Samir A. sinds afgelopen woensdag weer vrij rond, Mohammed B.'s vriend Nouredine el F. is nog voortvluchtig. Abu Khaled zou op de dag van de moord op Van Gogh naar Syrië zijn vertrokken.
Het gedachtegoed van Mohammed B. leeft intussen voort. Uit de Amsterdamse Pijp kwamen onlangs berichten dat de vermoedelijke moordenaar van Van Gogh op een basisschool door kinderen als een held wordt vereerd. Op MSN-groep `De Basis' (de Nederlandse vertaling van Al-Qaeda) waren tot voor kort alle geschriften van Mohammed B., alias Abu Zubair, terug te vinden. Enkele weken nadat Microsoft de site uit de lucht had gehaald, verscheen de MSN-groep De Basis2. In de eerste weken bestond de openingspagina uit een collage van helden van de jihad, zoals Osama bin Laden, en wijlen de commandant van de Arabische mujahedeen in Tsjetjsenië, Omar Khattab. Leeuwen van Tawheed, stond er met grote letters overheen. Ook De Basis2 is inmiddels verwijderd.
De naam Leeuwen van Tawheed is mogelijk door Jason W. bedacht. Op zijn computer vond de politie een ontwerp voor een logo voor een organisatie met die naam. Twee kromzwaarden kruisten elkaar over een wonderlijk Hollands aandoende leeuw. Op een ander ontwerp flankeren twee leeuwen een koran. Poldermujahideen staat er onder.