Als overtuigd communist was Augustin een heel aparte verschijning in de schaatswereld. Hij werd op 7 februari 1923 geboren in de Jordaan en leefde daar in zeer armoedige omstandigheden. ,,Mijn vader was kraandrijver bij Werkspoor'', liet hij optekenen in het boek De Mannen van '63. ,,Toen kwamen die crisisjaren, en werd het hele zooitje op straat geschopt. Wij waren de pettenjongens, want iedereen had een pet op. Arbeiders droegen toen petten, en heren hadden hoeden.'' Hij groeide op in een communistisch nest. De ideologie die hij meekreeg uit zijn ouderlijk huis is hij zijn hele leven trouw gebleven.
In 1941 reed hij zijn eerste Elfstedentocht. Omdat hij de laatste trein naar Leeuwarden had gemist, ging hij met de fiets over de Afsluitdijk. Hij wist niet hoe hij daar moest komen, en volgde daarom maar de breedste weg. ,,Dat moest toch de hoofdweg wezen.'' Augustin negeerde in jeugdige overmoed een uitgaansverbod. Op de Afsluitdijk werd hij door Duitse soldaten tegengehouden. Ze lieten hem uiteindelijk door. In Harlingen werd hij alsnog gearresteerd door ,,twee Hollandse smerissen''. Om vier uur 's ochtends werd hij vrijgelaten en hij kwam nog op tijd in Leeuwarden. In een uur of twaalf reed hij de tocht uit. ,,Het schaatsen ging vanzelf. Af en toe was ik alleen een beetje slaperig.''
In de tocht van 1947, als wedstrijdschaatser, had hij een kapotte schaats. ,,Nou en? Dan ga ik toch op mijn sokken.'' Hij werd bij Oudkerk van het ijs gehaald – de enige keer dat hij de finish niet haalde. De laatste tochten reed Augustin als toerrijder.
Schaatsen was zijn grootste passie. ,,Op alle soorten gebieden: tochten rijden, wedstrijden, langebaan, skeeleren, alles. Heel gek. Het lijkt een beetje eentonig, maar het is wel zo.'' Op de Jaap Edenbaan in Amsterdam gaf hij schaatsles. Daar stond hij bekend als `Ome Willem'. Verder heeft hij in het nationale rugbyteam gezeten, en deed onder meer aan boksen en baanrennen.
Na de dood van zijn vrouw verhuisde hij naar Hindeloopen. Daar woonde hij om de hoek van het Schaatsmuseum. Augustin was een bekende verschijning en vertelde iedereen zijn verhaal. Zijn woning bleef gevuld met communistische boeken en relikwieën. Hij was ook graag gezien op reünies van de Elfstedentocht, een man die respect afdwong. Tenslotte reed bijna niemand meer tochten dan hij.
Vorige week donderdag moest hij wegens een hersenbloeding met spoed naar het ziekenhuis in Sneek. Daar is hij overleden.