OOK WIJ, TITAANTJES
We hadden geen benul van hoe het liep.
We deden dingen omdat je dingen doet.
We richtten daden aan en lazen soms een boek
om te vieren dat gedachten niet vergingen.
We gingen door omdat je verder moet
of bleven haken aan een onverwachte blik
omdat er blikken zijn waarmee iets wordt bedoeld,
vooral wanneer bedoeld was wat wij wilden.
We vingen aan en rondden ook wel af
maar wat in gang gezet was ging zijn eigen weg toch weer.
We maakten plannen, legden ons erbij neer
dat dingen gingen zoals ze niet waren voorvoeld.
We liepen af toen het eenmaal zover was
dat wat niet voorvoeld was onomkeerbaar bleek.
We lieten wat we hadden in de steek
en zochten naar wat ons verlaten had.
Uit: Hagar Peeters, Koffers zeelucht (De Bezige Bij, 2003)
,,Voordragen hoort bij het dichterschap. Je moet de ballen hebben om te laten horen wat je doet.'' Aldus Hagar Peeters (1972), onlangs in een interview met het Cultureel Supplement. De Utrechtse dichteres begon haar dichterscarrière in het `Poëziecircus' van de podiumdichter Ingmar Heytze, en debuteerde in 1999 met de toegankelijke bundel `Genoeg gedicht over de liefde vandaag'. Haar tweede bundel, `Koffers zeelucht', noemt ze zelf persoonlijker. ,,Ik durfde nu meer. In mijn debuut gaan de gedichten ook over de liefde, maar ironischer. Ik wilde zware onderwerpen op een lichte manier brengen. Nu laat ik de erge dingen erg zijn.'' Meer informatie op www.kb.nl/dichters