Het nieuws van vrijdag 27 februari 2004

Feesthalte Duinkerken

Hoezeer filmmakers van de sociaal-realistische school zich ook uitsloven om `het leven zoals het is' zo naturalistisch mogelijk op celluloid of video te benaderen, zo woest authentiek als in Thomas Vincents regiedebuut Karnaval wordt 't zelden. Vincent en filosofiedocent-scenarist Maxime Sassier situeerden hun heftige liefdesgeschiedenis tussen de getrouwde Béa (Sylvie Testud) en de Algerijnse arbeider Larbi (Amar Ben Abdallah) niet alleen tijdens het jaarlijkse carnaval van Duinkerken – drie dappere cameramensen liepen spitsroeden te midden van de hectisch hossende, massaal over straat golvende menigten. Terecht vreesden zij en de geluidsmensen behalve voor hun gezondheid ook voor de dure apparatuur, maar alle risico's loonden de moeite: van Karnaval spettert `het leven zelf' daadwerkelijk af, en dat geldt behalve voor de visuelen ook voor de verhaallijn. Even risicovol is de toevallige ontmoeting tussen de eigenlijk naar Marseille vertrekkende Larbi en de huwelijksgefrustreerde Béa, die in Christian (Clovis Cornillac) een zuipende bullebak van een echtgenoot heeft. Hoe die laatste twee überhaupt in een relatie verzeild zijn geraakt, is even curieus als al die fleurige kostuums, confettiregens, drinkliederen en andere archaïsche carnavalsrituelen in de Noord-Franse stadstristesse. Is de toenadering tussen Larbi en Béa vanwege haar verbintenis al obstakelig, het feit dat `haar' Algerijn zich daarmee tussen voornamelijk stomdronken blanke arbeiders begeeft, zorgt voor toenemende spanning. Er is echter één gemene deler: ieder personage ontvlucht in drie dagen Duinkerkens feestgedruis het afmattende arbeidersbestaan. Vincent wappert in zijn desondanks optimistische film niet met een boodschap: centraal staat de liefde, en die stormt aan. Actrice Sylvie Testud, afgelopen zaterdag in Parijs een blije César-laureaat voor haar hoofdrol in Alain Corneaus Stupeur et tremblements, is hierbij Vincents troefkaart onder de serpentines. In haar dansmariekesuniform met kek hoedje en vrolijke rode stippen op de wangen vecht ze als Béa aanvankelijk tegen de `vreemdeling' aan haar flatdeur, maar geeft al met haar ogen en lichaamshouding aan dat ze dat gevecht eigenlijk wil verliezen. Of Béa en Larbi na Aswoensdag aan dit Karnaval een kater overhouden, blijft lang in het ongewisse – de toeschouwer, echter, is een prachtige kijkervaring rijker.