al wat ik hoefde te doen
was het spijt me vreselijk
een keer voor de pauze
en een keer erna het struikgewas
van de coulissen in te lopen en zo luid
dat iedereen het horen kon
komen doet hij te zeggen
vandaag niet maar morgen
terwijl zij wachtten en
helemaal voor mij alleen
een zich grillig door de ruimte
vertakkende compositie uitvoerden
van gekuch gefluister geritsel
en tientallen geuren lieten
opvlinderen uit het donker
geuren die met hun kleine handjes
door mijn dagdromenboek bladerden
2. Het toneel
er was eens een daar waar een landweg
en een boom in het hoofd van de avond
wachtten op een droom die eens van daar
naar hier niet morgen maar vandaag en
zal ik dan groen en zal ik dan verder
een brug worden bladeren bladeren
terwijl de nachtschemering zacht
als gesnurk uit de verte traag
als een enorme wenkbrauw van nevel
daalt over daar waar de kalende boom
staat de weg loopt en beide wachten
3. De dialoog
de volgende dag
was er weer een dag
zo'n open dag
waarop je zegt tegen jezelf
kijk naar de lucht
voel de zon de wind
ruik het gras je bent vrij
hoho roep je
dat bepaal jij niet
het moet wel mijn keuze zijn
anders telt het niet
goed zeg je
beslis dan zelf
hoho roep je gaan we bazen
geef je mij bevelen
wat betekent het dan nog
vrij te zijn
goed zeg je dan niet
jij je zin tevreden
nee we gaan
ja laten we blijven staan
4. Applaus
er was eens een daar waar een licht
uit het donker aan ging en een geruis
aan kwam zwellen uit de verte als was
een zee wakker een windvlaag opgeschrikt
woelend in een bladerbos voorbij een landweg
na verloop van tijd gaat het geruis over
in geroezemoes loopt in de verte langzaam
leeg maar boven het donker uit klinkt
van een boom het schuifelende geluid
5. Het publiek:
we waren gewaarschuwd
een soort dromen met open ogen
we zijn allemaal van water
het was de rol van mijn leven