Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Beeldende kunst

Nieuwbouw Stedelijk was operette

Gisteren werd bekend dat de nieuwbouw van het Stedelijk Museum Amsterdam definitief niet doorgaat. Een terugblik op dertien jaar jojobeleid.

Enige tijd geleden liet de Amsterdamse cultuurwethouder Hannah Belliot aan Holland Festival-directeur Ivo van Hove weten dat zij operette in het festivalprogramma mist. Met het kordate besluit af te zien van de gehele uitbreiding van het Stedelijk Museum in Amsterdam heeft zij regisseur Van Hove ideaal operette-materiaal bezorgd: een tragikomedie.

Het verhaal. Al direct bij de opening in 1895 van het door A.W. Weismann ontworpen museumgebouw werd rekening gehouden met een uitbreiding naar de kant van het Museumplein. Pas in 1992, werd de uitbreiding opgenomen in het Kunstenplan van de gemeente Amsterdam als een van de hoofdpunten van het kunstbeleid in de daarop volgende jaren. De toenmalige directeur, Wim Beeren, verleende vier studie-opdrachten aan de architecten Wim Quist, Carel Weeber, Rem Koolhaas en de Amerikaan Robert Venturi. Het plan van Venturi werd door Beeren uitverkoren. Zijn opvolger, Rudi Fuchs, deelde die keuze. Venturi ging aan de slag.

In februari 1994 verkondigde de wethouder van cultuur Ernst Bakker dat de planning voor de nieuwbouw volgens schema verliep. De eerste paal zou op 14 september 1995 de grond ingaan, precies op de dag dat het museum honderd jaar bestond. Twee maanden na zijn enthousiaste aankondiging, kwam het bericht dat de omvang van de museumuitbreiding zou worden gehalveerd.Het plan van Venturi was te duur. Hij had de beschikbare dertig miljoen gulden met ongeveer het dubbele overschreden, of de opdrachtgever was niet duidelijk geweest.

Intussen was de Deense landschapsarchitect Sven-Ingvar Andersson begonnen met de herinrichting van het Museumplein. Naast de ovale uitbreiding van het Van Goghmuseum tolereerde hij geen nieuwe gebouwen in zijn parkachtige domein. Omdat de stadsdeelraad Zuid verantwoordelijk was voor de inrichting van het Museumplein en het centrale stadsbestuur voor de uitbreiding van het Stedelijk Museum, was een penibele kwestie geboren. Wie had het laatste woord?

Venturi werd steeds met nieuwe beperkingen geconfronteerd. Het bleef schimmig of zijn plannen en die van Andersson zich met elkaar konden verenigen. Tenslotte werd de Amerikaan bot afgedankt en vervangen door de Portugese architect Alvaro Siza die met een mooi museum in Santiago de Compostella het hart van Fuchs had gestolen.

Alvaro Siza ging tekenen tot hij stuitte op het Ezelsoor, een driehoekige, hoog oprijzende grashelling op het Museumplein. Met zijn ontwerp moest Siza tegen het Ezelsoor opboksen. Dat kon alleen op architectonisch waardige wijze als de `nieuwe vleugel' van het Stedelijk uit de jaren vijftig zou worden vervangen door een nieuw te bouwen krachtiger blok. Extra kosten: 12 miljoen gulden, boven de inmiddels beschikbare 35 miljoen gulden. De gemeente wilde het plan pas steunen als het museum zelf sponsors zou vinden. Dat kon het museum. Autofabrikant Audi was bereid de 12 miljoen gulden te sponsoren. Als tegenprestatie zou ergens een mooie Audi in een vitrine staan. De gemeenteraad, vooral de PvdA, vond het onaanvaardbare, commerciële beïnvloeding van een publieke ruimte. Audi van de baan.

Hierna is het een half jaar betrekkelijk stil. Tot in juni 2000 het college van B en W van Amsterdam besluit 18 miljoen gulden extra uit te trekken voor de nieuwbouw. In mei 2001 zal de eerste paal van Siza's nieuwbouw de grond in gaan. De directie is verheugd.

Maar drie maanden later, op Prinsjesdag 2000, zegt de museumdirectie verheugd te zijn dat de nieuwbouw voorlopig juist weer niet doorgaat. Fuchs en wethouder Bruines zijn tot nieuwe inzichten gekomen. Het besluit om de verschillende fasen van de uitbreiding, nieuwbouw, renovatie van de oudbouw en de bouw van een depot in Amsterdam-Noord in elkaar te schuiven en als een samenhangend plan te beschouwen, wordt door alle betrokkenen als een deus ex machina beschouwd. Kosten 196 miljoen gulden. Van dit bedrag is 30 miljoen gulden gefinancierd. Het college van B en W wil de definitieve besluitvorming uitstellen tot na de gemeenteraadsverkiezingen van 2002.

Dat is nu gebeurd: alleen renovatie van het oude gebouw. Kosten 57,6 miljoen euro. Alle uitbreiding van de baan. Siza is verbijsterd. Nooit eerder had hij een beroerder opdrachtgever dan de gemeente Amsterdam. Wethouder Belliot is opgetogen dat aan de kwestie een eind is gekomen. Zij belooft een museum van de 21ste eeuw op de Zuidas. Financiën-wethouder Geert Dales beweert stralend dat dit museum `spectaculair' kan worden en het bedrijfsleven geweldig zal stimuleren. Het bedrijfsleven, niet de cultuur.