Zoals je in het proftennis een overwinning op je knieën met de vuisten omhoog en liefst ook nog met een racket in de lucht gegooid moet vieren, zo ben je in het voetbal na een doelpunt bijna verplicht tot de meest malle acts waaraan je vaak afziet dat er behoorlijk op is geoefend.
Voetbal kent, van oudsher, de meeste uitwassen. Die beperken zich al lang niet meer tot het stadion. Dit was al zo in de jaren zeventig, in alle opzichten de jaren van slechte smaak. Een minister-president in een polonaise met een elftal dat daags ervoor verloren heeft en een trainersvrouw met de pet van de dienstdoende politieman: tenenkrommend, ook al werd Nederland vice-wereldkampioen.
Dit is het eerste deel in een serie over vreugde in en rond de sport.