Er wordt nu geconstateerd dat de regen altijd al zuur was, en dat de buffercapaciteit van de vaderlandse bosbodems op een gegeven moment wel op zal zijn. Er ontbreken basische kationen zoals calcium en magnesium, maar we moeten ze vooral niet gaan toevoegen.
Ik word altijd wat kregel van dat soort fatalisme, en citeer graag Gandhi: `It is better to light a candle than to curse the darkness'. Waarom treden we niet handelend op? Met onze economische activiteiten (industrie, transport, landbouw) brengen we schade toe aan ons landschap, maar verder dan wat vrijblijvende beperkingen komen we niet. De meeste mensen beginnen te steigeren als je op een geplande en doordachte manier grootschalig wilt ingrijpen om het tij te keren. Het is voor weinig geld goed mogelijk om, voordat een bos wordt aangeplant, de grond te bestrooien met olivijnkorrels. Olivijn is een makkelijk verwerend mineraal. Het buffert bij verwering de pH van het bodemvocht, en het levert ontbrekende magnesium-ionen.
Olivijn is een belangrijke component van de aarde, alleen niet in Nederland, omdat de grote rivieren bij ons alleen de moeilijkst verweerbare residuen hebben gedeponeerd. Daar zijn olivijn en andere makkelijk verweerbare mineralen dus al uit.
De natuurlijke verwering van olivijn van een bepaalde korrelgrootte zorgt dat bijvoorbeeld voor een periode van 30 jaar de bosgrond gebufferd wordt tegen de effecten van zure regen. Bij die verwering worden bovendien aanzienlijke hoeveelheden van het broeikasgas koolzuur vastgelegd. Als je de behandeling uitbreidt met een toevoeging van een stof als struviet, een soort kunstmest dat zijn voedingsstoffen langzaam afgeeft, kunnen we prachtige bossen maken. Kunstmatig? Ja zeker, net zo kunstmatig als de verpieterde grove dennetjes die bij Kootwijk in het zand een minimumbestaan leiden. Maar door voor mooie en gezonde bossen te kiezen, kunnen we een stuk van onze schuld aan de natuur inlossen.