Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Verkeer en infrastructuur

NOORDSE STORMVOGELS HEBBEN HUN BUIK VOL MET PLASTIC ZWERFVUIL

Zeevogelonderzoekers Jan Andries van Franeker en André Meijboom van onderzoeksinstituut Alterra sneden jarenlang dode stormvogels open, die op het Nederlandse strand aanspoelden. Zij inspecteerden de stormvogelmagen op plastics en ander afval. Tussen 1982 en 1985 en van 1995 tot 2000 onderzochten ze de maaginhoud van 329 Noordse Stormvogels (Fulmarus glacialis).De vogels werden verzameld door vrijwilligers van de Nederlandse Zeevogelgroep.

Het onderzoek werd gedaan in opdracht van het ministerie van V&W, dat wilde weten hoe ernstig de zee vervuild was met zwerfvuil. Ernstig, zo bleek. Vrijwel alle onderzochte stormvogels zaten met plastic in hun maag. In 97 procent van de stormvogels kwamen de onderzoekers gebruiksplastics tegen; gemiddeld ruim een halve gram bestaande uit 27,8 verschillende stukjes. Industrieel plastic, het granulaat dat als grondstof wordt gebruikt voor gebruiksplastics, werd in 64 procent van de vogelmagen aangetroffen. ``In de jaren tachtig was dat meer'', zegt Van Franeker, ``maar juist minder gebruiksplastic. Dat komt waarschijnlijk doordat er veel aandacht is geweest voor industrieel afval. Granulaat is een bruikbare grondstof waar men wel zuinig mee wil zijn. Gebruiksplastics, zoals verpakkingen, piepschuim of touw, mag je evenmin in zee gooien, maar daar is geen controle op mogelijk. Er wordt meer gevaren dan twintig jaar geleden en dus ook meer overboord gegooid.''

Noordse stormvogels foerageren op zee en vreten per abuis allerlei drijvende troep op. In tegenstelling tot meeuwen braken ze de onbruikbare delen niet uit. Het duurt een paar weken voordat plastic is verteerd of uitgepoept. Van Franeker schat dat de aangetroffen plastics het resultaat zijn van twee of drie weken voedsel zoeken.

Veel onderzochte vogels bleken verzwakt en verhongerd. Maar sommige vogels waren een plotselinge dood gestorven. ``Je kon soms aan breuken zien dat de vogel waarschijnlijk ergens tegenaan was gevlogen. Andere waren verstikt in een net. Die vogels zaten goed in het vet en de spieren, maar hadden evenveel plastic in hun maag als de weggekwijnde vogels. In hoeverre plastic de doodsoorzaak was, is niet vast te stellen. Toch is het wel duidelijk dat dat plastic een slechte invloed heeft op de conditie van vogels. Alleen al doordat hun maag vol zit, stoppen ze met foerageren en krijgen ze te weinig eten binnen. Dat resulteert in een slechte conditie en minder kuikens. In plastics zitten bovendien allerlei giftige chemicaliën verwerkt.''

Een lichtpunt ziet Van Franeker in de EU-havenrichtlijn die in 2003 van kracht wordt. ``Dan worden de kosten van afvalafgifte in de havengelden verdisconteerd. Je betaalt als schip dus voor afvalverwerking, of je het nou inlevert of niet. Bovendien komt er een afgifte-plicht. Dat betekent dat een schip dat na een vaartocht geen afval inlevert gecontroleerd kan worden.''

De onderzoeker is betrokken bij een Europees project tegen zwerfvuil op zee. Als indicator van de Noordzeevervuiling wordt het plastic in Noordse-stormvogelmagen gehanteerd. Van Franeker: ``De Noordzee-ministers hebben een norm voorgesteld dat minder dan 2 procent van de vogels meer dan 10 stukjes plastic in zijn maag mag hebben. Nu is dat bijna 60 procent. We hebben dus een lange weg te gaan.'