De advocaten van de verdachten toonden zich verbijsterd over de hoogte van de straffen. Dit is duidelijk de invloed van de Leefbaar-beweging op de rechtspraak, merkte een van de raadslieden op. De rechtbank heeft volgens deze advocaat een helder signaal afgegeven.
Volgens de Rotterdamse rechtbank behoorden de scooterdieven tot een grotere dievenbende. De groep bestond, zo stelde de rechtbank vast, ook uit een aantal leden dat zich voornamelijk bezig hield met het ontvreemden van motoren.
De rechtbank veroordeelde drie motordieven tot gevangenisstraffen van maximaal drie jaar.
De scooterdieven gingen naar het oordeel van de rechtbank uiterst gewelddadig te werk. Ze sloegen bezitters van scooters veelal letterlijk van hun voertuig af. Ieder van de zes veroordeelde verdachten was volgens de rechtbank verantwoordelijk voor de diefstal danwel heling. Het ging daarbij per persoon om een tiental scooters of motoren.
De rechtbank vond dat het zestal, dat veroordeeld werd voor diefstal en diefstal met geweld, ook deel uitmaakte van een criminele organisatie. Er was volgens haar duidelijk sprake van een taakverdeling en een doorgesproken werkwijze.
Bovendien was één van de zes veroordeelde scooterdieven volgens de Rotterdamse rechtbank in het bezit van een automatisch vuurwapen.