Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Economie

De duro is van ons allemaal

De euro bestaat nu bijna een half jaar als algemeen betaalmiddel van de Europese Unie. Velen in Europa hebben het gevoel dat de nieuwe Europese munt alles veel duurder heeft gemaakt. Maar is dit ook zo? `We verdienen in euro's, maar we geven uit alsof de prijzen nog in guldens zijn.'

Een bos bloemen voor een tientje, een flesje wijn van zeven vijftig, een aanbieding van zomerkleding voor negentien negenennegentig. Dat zijn bedragen die passen in het prijsbeeld zoals dat door jarenlange winkelervaring is ingegeven. In guldens, wel te verstaan. Maar vermenigvuldig dezelfde prijzen met 2,20371 en dan wordt het een ander verhaal. Een bosje bloemen voor tweeëntwintig gulden, een fles wijn van zestien gulden vijftig, een zomeraanbieding van vierenveertig gulden. Plotseling is het duur geworden.

Vanaf 1 januari 2002 zijn alle prijzen uitgedrukt in euro's. De prijsverhogingen door bedrijven, winkeliers, horeca-uitbaters, gemeentelijke parkeerdiensten, snackbarhouders, zwartschilders, klusjeslieden en nog veel meer hebben de laatste maanden steeds meer aandacht getrokken. Nadat de autoriteiten – president Wellink van De Nederlandsche Bank (DNB) en minister van Financiën Zalm – lang hadden volgehouden dat het met de prijsstijgingen allemaal reuze meeviel, erkenden ze schoorvoetend dat ze de gevolgen voor de prijzen misschien onderschat hadden. DNB kwam met een schatting van een prijsverhogend effect door de euro van 0,2 à 0,4 procent. Dat lijkt te verwaarlozen, maar het is ongeveer 10 procent van de totale inflatie. In de Kamer klonken kritische opmerkingen. Ferd Crone (PvdA) stelde voor dat horecagelegenheden een sticker op hun raam zouden plakken met de tekst `Hier worden de prijzen niet verhoogd!'. Joop Wijn (CDA) deed een oproep om geen fooien meer achter te laten in restaurants of cafés. De Consumentenbond verzocht in juni om een prijsmaatregel voor de horeca, cd's en parkeertarieven. Het idee werd door Zalm afgewezen als iets van `honderd jaar geleden'. De gemeentes moeten hun parkeertarieven kritisch bekijken, vond Zalm. Wel kondigde hij een onderzoek van de Nederlandse Mededingingsautoriteit aan naar de prijzen in de cd-branche en naar de horeca door het Centraal Planbureau.

Schaamteloos

Valt het in werkelijkheid mee met het prijsopdrijvend effect van de euro-invoering? De dagelijkse ervaring biedt gevallen van schaamteloze prijsverhogingen. In eenderde van de gemeenten met parkeermeters zijn de tarieven verhoogd. Deze aanpassingen druisen in tegen de belofte dat de overheid de omschakeling op de euro niet zou gebruiken voor tariefsverhogingen. Afrondingen zouden de burgers ten goede moeten komen, beloofde minister Zalm van Financiën vorig jaar nog aan de Kamer, nadat er ophef was ontstaan omdat Justitie een aantal boetes naar boven wilde afronden.

De website www.eurofraude.nl staat bol van de prijsstijgingen die aan de euro worden toegeschreven. De site, een particulier initiatief, doet wat de Consumentenbond met een `publieke schandpaal' niet aandurfde: lijsten bijhouden van gesignaleerde prijsstijgingen. De verontwaardiging spettert er van af en er verschijnen herhaaldelijk oproepen voor een nationale kopersboycot. De grootste gesignaleerde prijsverhoging: 869,63 procent voor kleding op een niet nader genoemde markt.

Opmerkelijk is dat in een groot aantal gevallen prijzen simpelweg van guldens in euro zijn omgezet: de garderobe van een disco, een patatje mayo, een ijsje, een boekenbon, het parkeertarief, de fietsenhuur. De ondernemer heeft het guldenteken vervangen door het euroteken en dat was het dan. Een prijsstijging van 120,37 procent, dat wel.

Vaak voeren ondernemers andere redenen aan dan de euro om hun prijsstijgingen te verklaren. Betere kwaliteit, andere verpakking, tegenvallende oogst, inhaalslag van te lang laag gehouden prijzen. Dat geldt misschien voor de komkommers die in januari extreem duur waren door het slechte weer in Spanje, maar toch niet voor zwemabonnementen, bh's of tandenborstels. Anderzijds: soms zijn prijsstijgingen onvermijdelijk, bijvoorbeeld bij automaten waar munten in gaan. Vroeger twee gulden, tegenwoordig een euro voor een kroket in een automatiek – een aanpassing van 10 procent.

Deze en andere prijsverhogingen doen zich niet alleen voor in Nederland, maar overal in euroland. ,,We hebben verhogingen geconstateerd in dezelfde sectoren – bakkerijen en cafés – in de hele eurozone'', zei begin juni de woordvoerster van de Europese consumentenorganisatie BEUC in Brussel. Gemiddeld waren twee van de drie bewoners van euroland van mening dat de prijzen door de introductie van de euro gestegen waren.

In Spanje (80 procent) was de scepsis het grootst, gevolgd door Duitsland waar al heftige campagnes tegen de teuro zijn gevoerd. Nederland volgde op de derde plaats met 72 procent, maar van een afwijzing van de duro is hier geen sprake. Opmerkelijk genoeg is ruim driekwart van de mensen in de eurolanden van mening dat de euro-introductie succesvol is verlopen. De Nederlandse burgers zijn (met 95,5 procent) ook nog het meest tevreden.

Het moet gezegd: de grootste monetaire omschakeling ooit is vrijwel overal perfect verlopen. Hier en daar waren wat anekdotische problemen met vroegtijdige afleveringen van de munten, knelpunten bij de distributie, er vonden enkele overvallen plaats en er doken de eerste dagen (slecht gemaakte) vervalsingen op, maar over het geheel was het een operatie die vanuit logistiek oogpunt in alle eurolanden een onbetwist succes is geworden. De noodscenario's hoefden niet te worden aangesproken, de omschakeling verliep sneller en soepeler dan de ministers van Financiën of centralebankpresidenten voor mogelijk hadden gehouden. De publieksacceptatie van de nieuwe munten en bankbiljetten was groter dan verwacht en van de kritiek van eurosceptici is dan ook niets meer gehoord.

In Nederland, dat zich volgens DNB-president Wellink de `kampioen van Europa' bij de euro-invoering mocht noemen, heerst tevredenheid alom. De polderaanpak waarvoor al in in een vroeg stadium gekozen was, met een Nationaal Forum voor de introductie van de euro waarin onder de regie van het ministerie van Financiën alle betrokken brancheorganisaties verenigd waren, heeft uitstekend gewerkt. Een evaluatierapport van Berenschot in opdracht van het ministerie van Financiën, dat deze week is uitgekomen, concludeert: ,,De invoering van de euro in Nederland is bijzonder geslaagd te noemen. (...) De omschakeling vond sneller plaats dan aanvankelijk werd beoogd. (...) Een belangrijke oorzaak voor de soepele invoering is het vroegtijdig gestarte en gedegen voorbereidingstraject. (...) In de praktijk hebben zich nauwelijks problemen of incidenten van enige omvang voorgedaan.'' Dat Nederland, onder meer door de uitgifte van de gratis Zalm-kit, het één na hoogste bedrag aan voorlichting heeft uitgegeven (98 miljoen euro, 10 procent meer dan begroot), wordt op de koop toegenomen. ,,De preventieve investeringen hebben gewerkt'', concludeert Berenschot.

Er wordt niet alleen geëvalueerd, maar ook teruggeblikt. Het ministerie van Financiën geeft een gedenkboek uit, De euro-invoering in 20 interviews, waarin betrokkenen hun licht op de historische gebeurtenis laten schijnen. De Nederlandsche Bank heeft ter herinnering aan de euro-invoering het boekje Euro zotheden samengesteld. Met anekdotes zoals die over de man uit Valkenswaard die DNB vroeg hoe hij aan de benodigde 50.000 stuivers kon komen waarmee hij zijn Cadillac wilde beplakken. Of de autohandelaar die op 25 januari – de één na laatste dag van het guldenstijdperk – bij het Agentschap van De Nederlandsche Bank in Hoogeveen 24.900 gulden (honderd gulden onder de limiet voor de wet Melding ongebruikelijke transacties) wilde omwisselen. En de opmerkelijke stijging van de omzet van schoenveters die werden afgerekend met grote coupures in een winkel van luxe schoenen. Een carnavalsvereniging wilde versnipperde guldensbiljetten als confetti gebruiken. En talloze keren moesten de medewerkers van DNB antwoord geven op de vraag of het mogelijk is met Nederlandse euro's in België of Spanje te betalen.

Zegeningen

Toch heeft de euro zes maanden na de invoering niet alle zegeningen gebracht die de voorstanders in het vooruitzicht hadden gesteld. De eurolanden bakkeleien als vanouds over de toepassing van de criteria voor het behoedzame begrotingsbeleid (Frankrijk eiste en kreeg afgelopen weekeinde op de Europese top in Sevilla extra begrotingsruimte); de economische opleving die met de komst van de gemeenschappelijke munt was voorspeld, laat op zich wachten. Dat hoeft niet aan de euro geweten te worden, maar het historische moment van de euro-invoering is gepasseerd zonder dat structurele hervormingen zijn doorgevoerd. De Europese politici wilden daar niet aan en het is weer business as usual in Europa.

Afgezien van het vakantiegemak zou het grote voordeel voor de consumenten, zo werd keer op keer beklemtoond, de transparantie van de prijzen in euroland zijn. Prijzen in dezelfde munt uitgedrukt zijn grensoverschrijdend vergelijkbaar. En als een product in het ene land opvallend goedkoper is dan in het andere, zoals cd's, dan komt er vanzelf wel een ondernemer op het idee om een handeltje te beginnen. Het gebeurt ongetwijfeld binnen internationaal opererende ondernemingen, maar op kleine schaal is het (nog) niet zichtbaar. Bedrijven moeten reclame maken dat ze een eurovoordeel voor hun klanten in de aanbieding hebben. Daarmee zouden ze de prijstransparantie van de euro voor iedereen zichtbaar maken.

Op een ander niveau is wél een slepende kwestie opgelost: Wim Duisenberg maakte kort na de introductie van de euro een einde aan de onzekerheid over zijn termijn als president van de Europese Centrale Bank in Frankfurt. Op 9 juli volgend jaar zal hij voortijdig plaats maken voor naar alle waarschijnlijkheid Jean Claude Trichet, de president van de Banque de France. Toeval of niet, sinds die aankondiging is de koers van de euro ten opzichte van de dollar aan een lang verwacht herstel begonnen. De laatste dagen gaat dat zo hard, dat de pariteit van de dollar en de euro in zicht is.

De grootste onderschatting is het effect van de euro-invoering op de consumentenbestedingen. Tot eind vorig jaar probeerden veel mensen om hun zwarte – dat wil zeggen niet bij de fiscus aangegeven – geld tijdig kwijt te raken. Ze wilden voorkomen dat ze bij de omwisseling gesnapt zouden worden met hun zwarte geld. De aankopen van luxe goederen, juwelen, goud, diamanten, dure auto's, huizen, kunst en jachten joegen de bestedingen aan. Dit gebeurde op grote schaal – juweliers hadden een omzetstijging van zo'n 40 procent – en niet alleen in Nederland, maar in alle eurolanden. ,,Zwart geld wordt gezwart'', constateerde president Wellink van De Nederlandsche bank eind vorig jaar al.

Deze koopgolf is na 1 januari weggeëbd. De vlucht in duurzame goederen en luxe bestedingen uit voorzorg voor de omwisseling is voorbij. De piek in de bestedingen voorafgaande aan de invoering van de euro heeft een dempend effect ná 1 januari met zich meegebracht. Het CBS meldde deze week dat de graadmeter van het consumentenvertrouwen en de bereidheid tot grote aankopen gedaald was tot dichtbij het dieptepunt van maart 1993.

Hierbij speelde een onvoorzien effect van de euro een rol, dat op de korte termijn de bestedingen drukt. Een deelnemer aan het debat op de de website eurofraude schreef onlangs: ,,Het klopt dat alles veel duurder is geworden sinds de euro (...) Ik geef nu zelf veel minder uit, en als we dat allemaal doen, moeten ze wel terug met hun prijzen.''

Het gaat niet alleen om de al dan niet verhoogde prijzen, maar om de prijspsychologie. Alle inkomens, salarissen, uitkeringen, zakgeld, zijn optisch gehalveerd en 10 procent verlaagd. Wie in december 2.674 gulden netto verdiende, ontving in januari 1.213,40 euro. Afgezien van incidentele verhogingen of kortingen is er feitelijk niets veranderd. Hetzelfde is met de prijzen gebeurd. Maar veel mensen rekenen nog steeds in guldens en dan maakt men makkelijk een verkeerde inschatting. Het prijsbeeld is met andere woorden niet gelijk aangepast met het inkomen. We verdienen in euro's maar we geven uit alsof de prijzen nog in guldens zijn. Dat leidt tot een groter aantal bankrekeningen die `rood' staan en als dat een tijdje doorgaat, nemen mensen maatregelen. Ze passen hun koopgedrag aan hun bestedingsmogelijkheden aan. Zo ontstaat onbedoeld een dempende factor in het consumentenpatroon.

Dit was niet voorzien. In de teams die de euro-invoering voorbereidden zaten experts op het gebied van logistiek, beveiliging, financiën, computers en automaten, reclamemensen, mediadeskundigen en voorlichters. Maar geen psychologen die de bevolking met duidelijke voorbeelden voorbereidden op de prijsperceptie. Nederland voerde campagne met de slogan `de euro wordt van ons allemaal' en de Europese Centrale Bank hield het op `de euro – uw geld'. Het was beter geweest te waarschuwen: `de euro is meer dan een gulden waard'.