Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Cultuur

Onbehaaglijke schreeuw om liefde

Maagdelijkheid is een obstakel. Dat is in Fat Girl de even voor de hand liggende als noodzakelijke observatie van de Franse filmmaakster Catherine Breillat. Net als in haar nieuwste film Breve Traversée ontmythologiseert zij in Fat Girl hardhandig de eerste seksuele ervaring, ditmaal van twee zussen aan het begin van de puberteit, allebei chagrijnig kijkend en door seks geobsedeerd, de oudste Frans-anorectisch, de jongste nog volop in het puppy-vet. Als hun eerste keer eenmaal achter de rug is, blijkt de wereld nog even harteloos als daarvoor, alleen nu zonder de bescherming van romantische illusies.

Breillat maakt films die meer bestaan uit constateringen, en vaker uit door een feministische ideologie gekleurde constateringen, dan uit mededogen met haar hoofdpersonen. Soms lijkt het net alsof ze een jaloerse vrouw is die het plezier dat ze zelf mist ook aan anderen niet gunt. De standvastige manier waarop ze in haar films elke vorm van poëzie, illusie, mythe deconstrueert is zowel onbehaaglijk als armetierig.

Voor Fat Girl heb ik dan ook om andere redenen bewondering. Om het groene regenjasje waarin jongste zus Anaïs haar lichaam zelfs in de warme zomer veiligstelt. En om het al even groene badpak waarin haar lijf nog steeds onaantastbaar blijft. Of om het stokbrood dat zuslief Elena haar de ochtend na haar eigen eerste seksavonturen in haar mond propt. Dat is zo schaamteloos gefilmd, alsof het een toevalligheid is in plaats van een brute, incestueuze verkrachting. In Breillats laatste twee films wordt alles seksueel, de kleuren, het licht, de kadrering. Hoe meer ze haar morele oordeel opschort, hoe overtuigender ze haar obsessieve wereld kan tonen. De jongste zus mag dan dik zijn en daarom verstoken van sympathie, omdat films over mooie mensen moeten gaan, Breillat maakt van haar niet het lelijke meisje dat eigenlijk mooi is. Ze maakt helemaal niets van haar en die waardevrijheid is fascinerend, die zie je niet zoveel in films. Ze geeft Anaïs haar lichaam terug.

Er worden in de angstwekkend symbiotische verhouding tussen de twee zussen geen stereotypen aangezet, omgekeerd of aangekaart. Ze haten elkaar, maar de restanten maatschappelijk gewenste liefde die zij voor elkaar tentoonspreiden zijn aandoenlijker dan het haten schokkend is.

Die residuen van iets dat sterker is dan de macht tussen mensen, mannen, vrouwen en familieleden, die Breillat wil ontmaskeren, laten zien dat Breillat nog maar ternauwernood aan de filosofische lading van haar eigen verhalen toe is. Ze verafschuwt zo stellig de romantische illusie en besteedt zoveel tijd aan het hartstochtelijk aantonen hoe pijnlijk en onvermijdelijk het verlies van die illusie is, dat À ma soeur in elke porie die schreeuw om ware liefde uitzweet. De boodschap van Fat Girl is eigenlijk die van een seksueel gekwetste tiener die zijn leeftijdsgenootjes wijsmaakt dat je seks moet hebben om erbij te horen. Als uiteindelijk blijkt dat dat niet zo is, zijn ze in ieder geval verenigd in hun eenzame teleurstelling. Ook dat is volwassen worden. Maar dat is ook weer niet de zelfstandige identiteit die Breillat Anaïs aan het einde van haar film, via een wat omslachtig schokeffect, toewenst.

Fat Girl (À ma soeur). Regie: Catherine Breillat. Met: Anaïs Reboux, Roxane Mesquida, Arsinée Khanijan. In Filmmuseum Cinerama, Amsterdam; Haags Filmhuis; Lantaren/Venster, Rotterdam; Lux, Nijmegen, `T Hoogt, Utrecht.