De groep rond zanger Julian Casablancas speelt rudimentaire rock 'n' roll-liedjes. Op de cd, Is This It?, doen ze soms denken aan eerdere New-Yorkse voorbeelden, zoals de zang van Lou Reed in zijn beste Velvet Underground-dagen of de naïviteit van de vroege Blondie. En vooral daarom was het concert van gisteren een triomf. Want het liet zien dat The Strokes misschien wel kenmerken delen, maar uiteindelijk het verleden glorieus weten te overstijgen. Waar de cd nog wel eens te luchtig klinkt, had de groep live een ruiger effect. Met prachtig ruisende bekkens, kortaangebonden riffs en een `breed' geluid, kregen de nummers de basis die ze nodig hebben. En het respect, want The Strokes voerde de simpele maar nauwgezette liedjes uit zonder ook maar ergens iets af te raffelen.
Ster van de avond was de stem van Casablancas. Zijn dictatoriale sneer werd moeiteloos afgewisseld met wanhopige uithalen en grommend commentaar. De vier mannen op de voorgrond – de als altijd goed gesoigneerde Albert Hammond jr. helemaal rechts, langharige bassist Nikolai Fraiture links – stonden geconcentreerd te spelen. Maar tegen het eind werd Casablancas overmoediger. Hij riep om meer bijval van het publiek, en sprong twee keer van het podium de zaal in, zonder een lettergreep te missen. Vervolgens gaf hij zich over aan cliché-rockgedrag door met zijn microfoonstandaard tegen de grond te slaan. Anders dan andere zangers deed hij het nogal traag, als in slow-motion, waardoor het gebaar op zichzelf alweer een relativering werd.
Veertien nummers heeft de groep nog maar. The Strokes bracht een half jaar geleden de debuut-cd uit, en heeft sindsdien nauwelijks tijd gehad om iets nieuws te schrijven. Van Amerika tot Japan is hun ster gerezen. Avond aan avond wordt er gespeeld. Na een uurtje was het voorbij, zonder toegift. De uitverkochte zaal bestond voor een groot deel uit dertigers en veertigers, die wellicht hun eigen verleden kwamen zoeken. Maar ze kregen iets anders: de toekomst.
Concert: The Strokes. Gehoord: 28/2 Paradiso, Amsterdam.