Het nieuws van donderdag 11 oktober 2001

Leve de marktwerking, maar niet overal

Marktwerking moest de overheid weer nieuw elan geven, was zeven jaar lang het adagium van twee opeenvolgende paarse kabinetten. Een overheid die zich concentreert op haar kerntaken kan haar organisatie efficiënter inrichten en haar bestuurlijke taken beter uitvoeren. Liberalisering en privatisering van traditionele nutsbedrijven als het spoor, telecom en energie kregen gestalte. Om te voorkomen dat de markt in haar ontwikkeling de overheid te veel achter zich zou laten, werd het MDW-project gestart, onder verantwoordelijkheid van voormalig minister Hans Wijers (D66, Economische Zaken). MDW staat voor Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit. Overheidsorganisaties moesten leren marktgerichter te opereren, het bedrijfsleven moest niet meer opgezadeld worden met een woud aan regelgeving en vergunningen. Het wetgevingsapparaat moest gescreend worden op uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid.De `fluwelen revolutie' achter deze MDW-operatie heeft het nodige opgeleverd: verruiming van de winkelsluitingstijdenwet heeft het mogelijk gemaakt dat honderdduizenden mensen boodschappen ook na het werk en op zondag kunnen doen. Het vrijgeven van de advocatuur heeft de `advocaat in loondienst' mogelijk gemaakt. Morgen spreekt het kabinet over de afschaffing van de numerus fixus bij medische opleidingen. Het loodswezen is concurrerender gemaakt, de notarissen moeten tegen elkaar opbieden. In de zorg en het onderwijs is de consument belangrijker geworden en wordt de vraag bepalend voor het aanbod. Maar die fluwelen revolutie had ook haar schaduwzijden, zoals de tot nu toe mislukte liberalisering van de taxibranche, het fiasco van het terugdringen van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en het veilen van locaties voor benzinepompen langs de rijkswegen.Vanmiddag is in Den Haag een congres gehouden over de resultaten en de toekomst van MDW. Voorafgaand daaraan sprak deze krant met de twee verantwoordelijke bewindslieden, Annemarie Jorritsma (Economische Zaken, VVD) en Benk Korthals (Justitie, VVD). Een true believer en een scepticus over de toekomst van de marktwerking.

Konijn met menselijke trekjes

Beatrix Potter, de Engelse schrijfster van kinderboekjes die ze zelf illustreerde, moet een eenzame jeugd hebben gehad waarin ze zich stierlijk verveelde. Ze werd in 1866 geboren in Londen in een stijf, burgerlijk milieu. Haar ouders waren vermogend, maar hadden geen toegang tot de adellijke kringen. Omgang met lieden uit de werkende klasse vonden ze beneden hun stand. Zo groeide Beatrix Potter op in een wereld zonder sociale contacten. Naar school ging ze niet, gouvernantes brachten haar de nodige basiskennis bij. Bij gebrek aan ander vertier leerde ze complete Shakespeare-drama's uit haar hoofd. Haar nieuwsgierigheid leefde ze uit in een vergaande belangstelling voor dieren en planten. Al vroeg smokkelde ze samen met haar broer dode dieren het huis in, kookte ze uit, bestudeerde botten en organen en maakte schetsen en tekeningen. Tijdens de lange zomervakanties in het Lake District gingen de twee kinderen Potter op zoek naar fossielen en paddestoelen. Beatrix maakte zelfs een hele studie van bospaddestoelen, die ze beschreef en schilderde. Een serie van haar gedetailleerde aquarellen van paddestoelen maakt deel uit van de overzichtstentoonstelling 100 jaar Pieter Konijn, een initiatief van Kasteel Groeneveld in Baarn. De tentoonstelling toont originele prenten, aquarellen en voorstudies van Potter, eerste drukken van haar boekjes, brieven en foto's. Voor kinderen is een speciale speelzolder ingericht met spelletjes, kijkdozen, een Pieter Konijn-video en leesboekjes. Bij de tentoonstelling heeft uitgeverij Rubinstein het jubileumboek Pieter Konijn Honderd Jaar later samengesteld. Daarin wordt de wereld van Beatrix Potter van verschillende kanten belicht door bekende Nederlandse illustratoren en publicisten, onder wie Dick Bruna, Rinus Ferdinandusse, Sarah Hart, Hieke Jippes, Nelleke Noordervliet, J.J. Peereboom en Marja Roscam Abbing.

Leve de marktwerking, maar niet overal

Marktwerking moest de overheid weer nieuw elan geven, was zeven jaar lang het adagium van twee opeenvolgende paarse kabinetten. Een overheid die zich concentreert op haar kerntaken kan haar organisatie efficiënter inrichten en haar bestuurlijke taken beter uitvoeren. Liberalisering en privatisering van traditionele nutsbedrijven als het spoor, telecom en energie kregen gestalte. Om te voorkomen dat de markt in haar ontwikkeling de overheid te veel achter zich zou laten, werd het MDW-project gestart, onder verantwoordelijkheid van voormalig minister Hans Wijers (D66, Economische Zaken). MDW staat voor Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit. Overheidsorganisaties moesten leren marktgerichter te opereren, het bedrijfsleven moest niet meer opgezadeld worden met een woud aan regelgeving en vergunningen. Het wetgevingsapparaat moest gescreend worden op uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid.De `fluwelen revolutie' achter deze MDW-operatie heeft het nodige opgeleverd: verruiming van de winkelsluitingstijdenwet heeft het mogelijk gemaakt dat honderdduizenden mensen boodschappen ook na het werk en op zondag kunnen doen. Het vrijgeven van de advocatuur heeft de `advocaat in loondienst' mogelijk gemaakt. Morgen spreekt het kabinet over de afschaffing van de numerus fixus bij medische opleidingen. Het loodswezen is concurrerender gemaakt, de notarissen moeten tegen elkaar opbieden. In de zorg en het onderwijs is de consument belangrijker geworden en wordt de vraag bepalend voor het aanbod. Maar die fluwelen revolutie had ook haar schaduwzijden, zoals de tot nu toe mislukte liberalisering van de taxibranche, het fiasco van het terugdringen van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en het veilen van locaties voor benzinepompen langs de rijkswegen.Vanmiddag is in Den Haag een congres gehouden over de resultaten en de toekomst van MDW. Voorafgaand daaraan sprak deze krant met de twee verantwoordelijke bewindslieden, Annemarie Jorritsma (Economische Zaken, VVD) en Benk Korthals (Justitie, VVD). Een true believer en een scepticus over de toekomst van de marktwerking. Tekst Egbert Kalse en Jos Verlaan. Foto's portretten Roel Rozenburg