Van de drie Nederlandse producties die in de markt in wereldpremière gingen, waren er twee niet voor de Nederlandse pers toegankelijk. De producenten van Down (Laurens Geels en Dick Maas) en Morlang (Petra Goedings) maakten gebruik van hun recht om journalisten niet toe te laten. De derde, eveneens met hulp van een fiscaal interessante c.v.-constructie tot stand gekomen film, Soul Assassin, werd geregisseerd door een Amerikaan met overwegend internationale acteurs in de hoofdrollen.
Wat precies de redenen zijn dat Nederlandse films zo'n bescheiden rol spelen in Cannes, zou eens grondig onderzocht moeten worden. De vaak gehoorde hypothese dat festivaldirecteur Gilles Jacob iets tegen Nederland zou hebben, lijkt minder waarschijnlijk dan het feit dat internationaal georiënteerde, commerciële films, zoals die op het moment bij bosjes met dank aan de fiscus geproduceerd worden, het per definitie slecht doen op toonaangevende festivals.
De meest succesvolle Nederlandse producent in Cannes dit jaar is Emjay Rechsteiner, als coproducent van Lieven Debrauwers stormachtig ontvangen Belgische film Pauline & Paulette. Gezien de gemiddelde leeftijd van de commissie die films voor de niet-Engelstalige Oscar nomineert, zou België dus wel eens voor het tweede achtereenvolgende jaar kans kunnen maken op een Oscarnominatie.
Behalve Pauline & Paulette en de Thaise western Tears of the Black Tiger is ook de Oostenrijkse debuutfilm Lovely Rita in de internationale verkoop een groot succes. De 28-jarige Jessica Hausner maakte een verre van gemakkelijke, deprimerende film over een pubermeisje in een streng katholiek, kil en behoudend Oostenrijks milieu.
Door de verrassende vormgeving, de onorthodoxe montage en het authentieke acteren blijkt zo'n film dan toch ineens een festivalhit te kunnen worden. De kans is groot dat het scenario in Nederland niet eens subsidie zou hebben gekregen van het Filmfonds, wegens een vermeend gebrek aan publieksgerichtheid.