Al in 1996 demonstreerde Océ hoe perfect de printer de kleuren van Van Goghs `Zonnenbloemen' kon reproduceren, maar die prestatie werd later niet meer geëvenaard.
,,Er zat te veel piekdesign in het apparaat'', zegt Wim Orbons, hoofd van Océ Research. In het lab staan er twintig ingenieurs om zo'n printer heen. Die vertellen wat er fout gaat, áls er iets fout gaat. Voor de klant waren we niet klaar. We waren te vroeg.''
Als Océ zijn kleurenprinter vanaf de tweede helft van dit jaar voor honderdduizend euro per stuk aan de man gaat brengen, is de grote vraag of het bedrijf niet te laat is. Océ claimt technische superioriteit, maar bestaande apparaten van Canon en Xerox zijn kwalitatief óók hoogwaardig en al jaren verkrijgbaar.
Drie jaar geleden begon Océ grotendeels opnieuw met zijn kleurenprinter. ,,Dit keer met een unitfilosofie'', zegt Henk-Jan Zwiers, de laatste twee jaar leider van het ontwikkelingsteam. ,,Je kunt zevenduizend losse modules op de vloer leggen, de machine in elkaar zetten en hopen dat hij het doet. Maar dat werkt niet. Nu proberen we losse onderdelen afzonderlijk te testen.''
In de laagbouw van Océ Research loopt de bezoeker her en der op tegen opengeschroefde kleurenprinters. Aan de ontwikkeling van het apparaat is intussen een half miljard gulden besteed. Er zijn tussen 1.500 en 2.000 manjaren in gestoken.
Als bewijs dat Limburg aan hightech doet, voldoet de kleurenprinter aardig. In een doorkijkje zijn zeven rollen te zien – één voor elke kleur. De oppervlakte van deze zogeheten `drums' is behandeld volgens veeleisende chemische processen, elke drum zit boordevol elektronica waarmee de toner op het juiste moment en op de juiste plek op het papier wordt gedrukt. De conventionele laser of andere lichtbron, in een printer meestal nodig om de toner (geladen inktdeeltjes) te manipuleren, is in dit apparaat afwezig.
Een kleine man met bril en houthakkershemd zit achter een werkbank naast een van de apparaten. ,,Heb je nu al octrooi aangevraagd op je vinding?'' vraagt Henk-Jan Zwiers.
De man haalt zijn schouders op. Zijn naam is Rien Gruntjens. Hij is de uitvinder van een vingerlang veertje dat een paar gulden kost.
Te simpel om te octrooieren? Het veertje is cruciaal, legt Zwiers uit. In de kleurenprinter worden de lijntjes van een afbeelding aangebracht met een precisie van micrometers (miljoenste meters). Als een onderdeeltje een paar micrometer uit het lood staat, gaat dat ten koste van de precisie van de hele machine.
Over een octrooi op de hele kleurenprinter heeft Océ nooit nagedacht. ,,Je moet de concurrentie niet te wijs maken'', zegt Jan Linssen van de afdeling Corporate Patents. ,,Als je naar buiten treedt, geef je informatie vrij.''
Op onderdelen van de technologie in de kleurenprinter bestaan wel octrooien, maar ook hier legt Océ voorzichtigheid aan de dag als betrof het een recept voor het maken van Coca-Cola. Linssen: ,,We leggen vast hoe wij een laagje siliciumoxide aanbrengen op een drum, maar niet hoe je dat op efficiënte wijze kunt doen.''
Researchdirecteur Orbons: ,,Laat ze maar proberen de kleurenprinter uit elkaar halen en na te bouwen. Dat houdt ze van de straat.''