Hoe anders is het nu. De voortplantingsdrift is geluwd, en welk paadje ik ook insla, er wandelen eenden. Twee aan twee, woerd naast eendje. Ze lopen bedaagd, als gereformeerde echtparen op de zondagwandeling. Een wijfjeseend heeft van een nabijgelegen boerderij een vetgemeste reuzenwoerd weggelokt; hij waggelt naast haar voort, twee keer zo groot, en zij kijkt trots naar hem op.
Ieder moment kan hij zijn vleugel beschermend om haar heenslaan. Het bos is doortrokken van Beatrix Potter-romantiek. Dat is zo gek nog niet.