Voor twee acteurs en een tolk schreef en regisseerde Terpstra Arabië, een vervolg op Oud (1995) waarin mannen op leeftijd de confrontatie met elkaar aangingen over ouder worden. Met Arabië maakt Terpstra een voorstelling over een confrontatie tussen twee culturen, de Nederlandse en de Arabische. Het zou jammer zijn de voorstelling, zo pal na de Boekenweek 2001, af te doen als een replica van het gegeven, want evenals met Oud weet Terpstra op vaardige wijze een intieme sfeer te creëren. De strekking van Arabië reikt verder dan een clash tussen West-Europa en het Midden-Oosten. Het draait om levenshouding, jeugdherinneringen, toneelspel.
Uit Irak is afkomstig de acteur Khalil Shawky en uit Nederland de acteur Jurg Molenaar. De speelvloer is belegd met een kleurrijk, geometrisch mozaïek. Bijna de hele duur van de voorstelling zitten de beide spelers aan tafel, van elkaar gescheiden door een tolk, zoon Faris Shawky.
De verschillen tussen Irak en Nederland uiten zich in elk detail; aankleding, taal, gestiek. Het is misschien niet de meest spannende vorm die Terpstra kiest, wel de meest onopgesmukte en daardoor eerlijkste.
Het stuk is ook een reis door de tijd. Hoe dachten wij in de jaren dertig over de Arabische cultuur, in de jaren vijftig en nu? Hoe verhoudt zich een Nederlandse jeugd tegenover een Arabische? Terpstra situeert acteur Molenaar in Scheveningen en Khalil Shawky in Bagdad. De Scheveningse vuurtoren vormt een mooi beeldrijm met de hoog in de lucht priemende moskeeën uit het oosten.
Jurg Molenaar, die ooit artistiek leider was van het gezelschap Proloog, past prachtig in zijn rol. Met kalme overtuigingskracht, als tijdens een forum, probeert hij zijn tegenspeler zijn zielenroerselen prijs te geven. De laatste is pas kort in Nederland, spreekt geen woord Nederlands. Aan het begin van de voorstelling schrijven beiden de essentie van hun leven op.
Khalil Shawky schrijft van rechts naar links, hij maakt fraaie lussen alsof hij zilverwerk ciseleert. De Iraakse acteur heeft een bijzondere vorm van geharnast zijn. Hij geeft zichzelf niet zomaar prijs, al legt Molenaar hem het vuur na aan de schenen. Molenaar daarentegen, geschoold in het politieke theater van de jaren zeventig, gooit wél zijn persoonlijkheid in de strijd. Dat levert, onderhuids, het mooiste drama op. De Arabier zegt op diplomatieke wijze `blij te zijn' Molenaars mening te horen. Ondertussen bestookt Molenaar hem met vragen naar het waarom van zijn heimwee en waarom hij Bagdad verkiest boven Parijs of Caïro. De tolk als intermediair verrijkt af en toe het drama door subtiel partij te kiezen.
Een voorstelling als deze is ook een uiteenzetting over het acteren. Molenaar houdt een getemperd naturel aan met kleine uitschieters, Khalil Shawky toont in een fragment uit Othello dat zijn opleiding en ervaring heel ergens anders liggen. Het grote theatrale gebaar dat hij maakt is hier nu onbekend. Zijn wenkbrauwen schieten op en neer, uit zijn ogen komen vuurvonken tevoorschijn en zijn stem daalt in het lage register.
Soms zou je iets meer willen weten. Hoe de vlucht uit Irak gebeurde? Hoe hij zich de toekomst in Nederland voorstelt? En heeft het wel zin om aan iemand uit een woestijnland uit te leggen wie Hans Brinker is en wat die wel niet verrichtte? Terpstra koos de fantasie als uitgangspunt. Hij vroeg de acteurs: `Fantaseer jij mij eens een leven in Bagdad. Ja, en fantaseer jij mij eens een leven in Nederland.' Het lijken onverenigbare grootheden, en uiteindelijk blijken Oost en West ver van elkaar te blijven liggen.
Alleen in het oplaten van een gedroomde vlieger vinden de mannen elkaar. Ze staan op van tafel en beschrijven elkaar in een prachtige slotscène hoe de vlieger in de hoogte verdwijnt. Het trekken van het touw. De briefjes die je in de hoogte kunt laten verdwijnen. De heren hebben hun jeugd hervonden. Arabië is een mooie en verstilde voorstelling.
Voorstelling: Arabië door Noord Nederlands Toneel. Tekst en regie: Koos Terpstra; decor: Nelly Blessinga. Gezien 21/4 De Machinefabriek, Groningen. Te zien t/m 12/5 aldaar. Res. (050) 311 33 88.