Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Sport

Haarlem

Enige nieuwe feiten over Haarlem.

Ik liep gisteren door de Transvaalbuurt waar mijn moeder tachtig jaar geleden is opgegroeid. Ze woonde aan het randje ervan, in een straat die er nog steeds aardig uitziet, maar naarmate je verder afzakt naar de stad wordt de buurt valer en armoediger. Op de hoek van de Kloosterstraat en de Generaal Bothastraat zag ik opeens een bekende naam: club Esther. Dit moest de inmiddels beruchtste seksclub van Nederland zijn. Hier werden op 20 februari 2000 vier mensen, onder wie twee leden van de Hells Angels, vermoord.

Op een van de hermetisch gesloten luiken waren twee vellen papier geplakt. `In memoriam' stond op het ene vel, en daaronder volgden de namen van drie slachtoffers. Ondertekend door ene Henny van Dijk die erbij schreef `dat hij er nog steeds geen woorden voor heeft'.

Het andere vel was gewijd aan de nagedachtenis van `Hans'. ,,Hij was sportief vooral in de jiu-jitsu sport. In zijn grote hobby Harley Davidson motoren had hij zijn dagelijkse werk gevonden waarin hij ondanks zijn whiplash-handicap veel plezier beleefde. Daarvoor was hij jarenlang werkzaam in de zorg voor verstandelijk gehandicapten. Een bewogen mens met een grote liefde en een nog grotere bezorgdheid voor de beschadigde medemens.''

Lieve jongens allemaal. De achternaam, die ook vermeld werd (ook van de anderen), heb ik maar weggelaten. Als ikzelf ooit word neergeknald in een seksclub, hoop ik verschoond te blijven van dergelijke necrologieën, hoe goed ook bedoeld.

Op de Grote Markt bleken alle eeuwenoude gevels aan het oog onttrokken door een kermis. Gelukkig maakte een moderne attractie `nieuw voor Haarlem', zei de mevrouw van de kassa veel goed.

Het betrof de `ejection seats', twee naast elkaar hangende stoeltjes voor twee mensen. Ze moeten minstens twaalf zijn, en ze mogen niet in verwachting zijn. Ze worden stevig vastgesnoerd. Hun stoeltjes zijn bevestigd onderaan een slappe kabel die aan twee hoge masten vastzit. De kabel katapulteert de stoeltjes zo'n meter of twintig omhoog. De stoeltjes gaan over de kop, duikelen omlaag en gaan weer omhoog. Het lijkt nog het meest op bungee jumpen. Als er iets losschiet, val je dood, maar dan heb je voor 35 gulden ook wel een unieke, laatste kick gehad.

Bij het station kocht ik het Haarlems Dagblad dat meldde dat er een aantal brieven van Godfried Bomans uit de periode 1934 tot 1939 – is gevonden bij een oude studievriend. In een van de brieven schrijft Bomans dat hij `onuitsprekelijk blij' is over een recent besluit. ,,Waar ik je eigenlijk over schrijven wil: ik ga niet naar het klooster. Rol nou maar om, of lach je dood, of dans op een been de tafel rond, of doe iets geks...''

Ik was bijna teruggegaan naar de ejection seats, want per slot van rekening redde Bomans met deze beslissing zijn schrijverscarrière.