Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Politiek

Compromis VS en Europa over klimaat mislukt

Pogingen van de Nederlandse minister Jan Pronk om de meningsverschillen tussen de Verenigde Staten en Europa over de bestrijding van het broeikaseffect te verkleinen, zijn mislukt. ,,Er zal een wonder moeten gebeuren willen de klimaatonderhandelingen over het Kyoto-protocol in juli in Bonn met succes worden afgerond'', zei Pronk zaterdag in New York, als de voorzitter van de klimaatconferentie van de Verenigde Naties.

Met veertig collega's heeft Pronk gesproken over een compromis dat tegemoetkomt aan de Amerikaanse wens om aanplant van bossen royaler mee te laten tellen als een middel om broeikasgassen op te nemen. Pronk zei vorige week nog dat de Amerikanen minder negatief waren over het Kyoto-protocol, waarin afspraken zijn gemaakt over de reductie van broeikasgassen, dan eerdere uitspraken deden vermoeden. Maar hij moest dit weekeinde erkennen dat de VS toch afhaken en Kyoto ook niet in een aangepaste vorm zullen ratificeren.

Pronk ziet daarin geen aanleiding voor de andere landen om de afspraken van Kyoto naar de prullenmand te verwijzen. Het gaat er volgens hem nu om ,,politieke feiten te creëren, die de Amerikanen in staat stellen in een later stadium mee te doen''. Canada zal waarschijnlijk afhaken als de VS niet meedoen, en ook Australië voelt weinig voor een verdrag zonder de VS. Amerika heeft nu aangekondigd op de milieuconferentie in juli in Bonn met eigen voorstellen te komen.

Uit cijfers die dit weekeinde bekend zijn gemaakt door het Europese milieuagentschap EEA blijkt dat de uitstoot van broeikasgassen in de Europese Unie tussen 1990 en 1999 met 4 procent is gedaald. In de VS is de uitstoot in dezelfde periode met 11 procent gestegen. De opname door bossen is daarbij niet meegerekend. Nederland steekt ongunstig af binnen Europa met een stijging van ruim 6 procent.

De cijfers van het EEA worden deels gunstig beïnvloed door de grote daling van de uitstoot in Groot-Brittannië en Duitsland. In Groot-Brittannië is die daling vooral te danken aan de ineenstorting van de mijnbouw en de omschakeling van kolen- naar gasgestookte centrales – een ontwikkeling waaraan inmiddels een einde is gekomen. In Duitsland leidde de sluiting van zwaar vervuilende industrieën in de voormalige DDR tot een gunstig resultaat. Uit voorlopige cijfers over het jaar 2000 blijkt dat geen van beide landen de gestelde doelen haalt.

Ook economisch achtergebleven regio's die binnen de Europese Unie de uitstoot van broeikasgassen tot 2012 nog met meer dan tien procent mogen verhogen, zoals Spanje, Portugal en Ierland, dreigen zelfs die doelstelling niet te halen.