Hoe anders is het niet ver van museum Het Valkhof, op het nieuwe Mariënburgplein rondom de gotische Mariënburgkapel. Hier is, naar een stedenbouwkundig ontwerp van Sjoerd Soeters, een traditioneel besloten plein gebouwd. Ook dit plein had in het begin van de jaren negentig nog het karakter van een onbestemde open ruimte, die in dit geval vooral werd gebruikt als parkeerplaats. Zo was de omgeving van de Mariënburgkapel niet altijd geweest, maar op 22 februari 1944 werd het oude Nijmegen gebombardeerd door geallieerden die dachten dat ze boven Keulen vlogen. Als een wonder bleef de Mariënburgkapel grotendeels behouden, maar dit was geen reden om na de oorlog het gebouw als uitgangspunt te nemen voor het herstel van de oude stad. Geheel volgens de toen heersende beginselen van de modernistische stedenbouw vormden de nieuwe gebouwen geen gesloten bouwblokken die straten omsloten, maar werden het politiebureau en het onderkomen van de sociale dienst losse objecten in de ruimte. Dat is nu door Soeters drastisch veranderd.
Eerder heeft Soeters in zijn stedenbouwkundig ontwerp voor het Java-eiland in Amsterdam al laten zien dat hij geslaagde hedendaagse interpretaties van oude, succesrijke stedenbouwkundige ontwerpen kan maken. Voor het Java-eiland was de oude grachtengordel van Amsterdam het uitgangspunt, in het Mariënburgproject de oude, traditionele, Nederlandse stad, waar gebouwen een massa vormen waarin de pleinen, straten enzovoort zijn `uitgehouwen'. Maar net zo min als het Java-eiland een herhaling is van de oude Amsterdamse grachten, is het Mariënburgproject een kopie van het oude Nijmegen. Soeters heeft het vooroorlogse Nijmegen verbeterd en gezorgd voor een nieuw levendig stadsdeel waar wonen, werken en recreëren op een voorbeeldige manier met elkaar zijn verenigd.
Het vroegere gebouw van de sociale dienst is van de aardbodem verdwenen en het voormalige politiebureau is uitgebreid tot een grootstedelijk blok dat het Mariënburgplein heeft verkleind. Toch vond Soeters zelfs zo het plein nog te groot en dus situeerde hij op het plein ook nog een nieuw theater annex filmtheater. Zo is de bakstenen Mariënburgkapel nu niet langer omringd door een veel te grote, onbestemde ruimte, maar door een prettig besloten driehoekig plein dat het domein is geworden voor voetgangers.
Dit geldt ook voor de licht gebogen nieuwe Marikenstraat die zorgt voor een verbinding tussen de twee belangrijkste winkelstraten van Nijmegen, de Burchtstraat en de Ziekerstraat. Bij de nieuwe winkelstraat, waar anders dan gebruikelijk in winkelstraten woningen boven de winkels zijn gekomen, heeft Soeters op ingenieuze wijze gebruik gemaakt van het niveauverschil tussen de twee winkelstraten. De Marikenstraat heeft twee niveaus gekregen. De laagste etage van de straat sluit aan op het Mariënburgplein en loopt aan het eind omhoog tot het niveau van de Burchtstraat. Het bovenste deel van de straat, bestaande uit twee langgerekte terassen bovenop de onderliggende winkels, sluit juist aan op de Burchtstraat en loopt af tot het Mariënburgplein. Zo doet de Marikenstraat sterk denken aan een 19de-eeuwse passage, maar dan zonder glazen dak.
Om de gevarieerde architectuur, die de meeste oude Nederlandse steden eigen is, te waarborgen, is Soeters' stedenbouwkundige plan ingevuld door drie architecten. Het Mariënburgproject is het beste bewijs van de stelling dat een goed stedenbouwkundig ontwerp niet kan worden verknoeid door minder geslaagde architectuur. De gevel die Vera Yanovshtchinsky ontwierp voor de holle kant van de winkelstraat is monotoon, maar Soeters' passage is zelf zo sterk dat dit niet stoort.
Aan de bolle kant van de passage zorgde architectenduo Molenaar en Van Winden voor voorbeeldige contextuele architectuur. Ironisch genoeg is de context nu eens niet een eeuwenoud gebouw, maar juist de stadhuisuitbreiding van architect Dijkema uit 1982. Het blok van Molenaar en Van Winden heeft in het midden een grote opening gekregen waar zich op het bovenste niveau van de winkelstraat een pleintje voor het stadhuis bevindt. De nieuwe, glazen gevelwanden van het blok van Molenaar en Van Winden langs dit plein sluiten aan op Dijkema's uitbreiding, maar om de hoek, in de Marikenstraat, krijgt de gevel een onverbloemd traditionalistisch aanzien. De eendere geveldelen hebben allemaal eenzelfde klassieke dakrand gekregen, maar kennen steeds een ander patroon van lichte en donkere bakstenen.
Soeters' bureaupartner Jos van Eldonk ontwierp de nieuwbouw aan het Mariënburgplein. Het voormalige politiebureau breidde hij uit tot een grootsteeds blok, waar nu de sociale dienst, de bibliotheek, het stadsarchief en kantoren van gemeentediensten zijn gevestigd. Om dit blok niet al te groot te doen lijken bestaat de gekromde wand aan het plein uit verschillende geveldelen met elk hun eigen kleur bakstenen, ramen en hoogte. Het nieuwe theater/filmtheater LUX dat de smalle kant afsluit, bevat niet alleen vijf filmzalen en een theaterzaal, maar fungeert tegelijk als poort vanuit de Mariënburgsestraat naar het plein. Met zijn verrassende interieur vol bontgekleurde vides en zijn rijke gevels is dit het mooiste gebouw van het Mariënburgcomplex geworden. Vooral de façade aan de pleinkant herinnert door zijn ritmisch geplaatste grote en kleine vensters en vooral door de vierkante natuurstenen die uit de bakstenen muren springen aan het werk Joze Plecnik, de Sloveense architect die zich tussen de twee wereldoorlogen net zo weinig aantrok van internationale bouwmodes als nu Soeters en Van Eldonk.
Gebouwen: Mariënburgproject, Nijmegen. Stedenbouwkundig ontwerp: Sjoerd Soeters. Architectuur: Jos van Eldonk, Molenaar/Van Winden en Vera Yanovshtchinsky. Opdrachtgever: Vof Mariënburg. Bouwkosten: 190 miljoen gulden.