Smid investeerde vervolgens zelf ruim een ton in de cd Puro, die men kan beluisteren als zelfrechtvaardiging en een openbare auditie. Nu hij zijn zelf geschapen kansen grijpt, zingt de bariton, begeleid door het Nederlands Promenade Orkest o.l.v. Jan Stulen, alleen het grote werk: Rossini (o.a. Largo al factotum uit de Barbier), Verdi (aria's uit Rigoletto, Il trovatore, Don Carlo en Otello), Tsjaikovski, Gounod, Offenbach, Leoncavallo (Pagliacci), Giordano en Korngold (Die tote Stadt).
Ernst-Daniël Smid heeft een indrukwekkende strot, hij produceert gemakkelijk een zeer fors volume en dat kan zeker aansprekend werken. Het is tegelijk voor fijnzinnige operaliefhebbers ook zijn probleem. Smid neemt maar moeilijk zijn opzienbarende fysieke krachten terug ten behoeve van sturing, nuancering, kleuring en variatie in expressie, al lukt hem dat in zijn Tsjaikovski-aria's wel heel redelijk. Maar te vaak is de cd gevuld met gezang dat onnodig aanzwelt tot storm- en orkaankracht. Zoals Smids vorige manager op voorhand al waarschuwde, is het geen verbetering van `de heel grote jongens'. Smid zit daar niet mee, hij wil vooral de klassieke muziek toegankelijk maken voor een breed publiek en de hokjesgeest doorbreken. Het is een honorabel streven, waarvoor hij ook medestanders heeft in de regering.
Puro door Ernst-Daniël Smid. Edel 01211972 ERE.