`Men geeft de Duitsers de bijl van de beul'. `Een volstrekt liefdeloze tentoonstelling'. `Of het nu nazi-pathos is of sozi-prolekult, het is dezelfde rotzooi'.
Het gastenboek bij de tentoonstelling Aufstieg und Fall der Moderne in het Oost-Duitse Weimar liegt er niet om. De expositie, die een van de pronkstukken had moeten worden in dit jaar dat Weimar is culturele hoofdstad van Europa is, heeft geleid tot een heftige controverse.
Als koningin Beatrix en prins Claus zaterdag de schilderachtige Goethe- en Schillerstad bezoeken, stuiten zij op een strijd in de kunstwereld, die dagelijks verder escaleert. Krachttermen als nazi-praktijken, censuur en massa-executie worden niet geschuwd.
De Berlijnse Akademie der Künste kritiseert de expositie ongemeen scherp als een ,,schandalige terugval'' in demagogie en verraad uit de tijd van de Koude Oorlog. Onder het etiket van Europese cultuurstad wordt een ,,verschrikkelijk scenario'' gepresenteerd van culturele en artistieke incompetentie, constateert de Akademie. Tien jaar na de val van de Berlijnse muur maakt de academie zich grote zorgen over het ,,verslechterde culturele klimaat'' in het land.
Zelfs de sluiting van de tentoonstelling is al geëist. De koningin en prins, die van plan zijn de expositie te bezoeken, zullen in ieder geval het belangwekkende werk van een succesrijke Oost-Duitse moderne kunstenaar moeten missen. De schilder Hans-Hendrik Grimmling heeft als eerste een werk teruggetrokken, `Schuld der Mitte II' uit 1984. Ook andere kunstenaars hebben aangekondigd hun schilderijen te willen weghalen.
,,Schroot, dit is allemaal schroot'', zegt Grimmling met een bittere lach als hij in zijn atelier in Berlijn zijn gerenommeerde collectie schilderijen laat zien. Zijn werken worden door banken, politici en kunstverzamelaars uit de hele Bondsrepubliek gekocht. Maar als Grimmling de organisatoren van de tentoonstelling in Weimar moet geloven, is zijn werk bestemd voor de vuilnishoop.
De respectabele moderne kunstenaars (`Moderne') zoals Rodin, Manet, Monet, Klee en Kandinsky zijn in Weimar ondergebracht in het prachtige Schlossmuseum en het gerestaureerde Neues Museum Weimar. De `Antimoderne', zoals de verzameling van Adolf Hitler en de propagandakunst uit de DDR, hangen in een verwaarloosd gebouw aan een plein dat in de nazitijd Gauforum heette. Tussen deze totalitaire, vierderangs kunst hangen de `onofficiële' werken van dissidenten uit de DDR, zoals Bernhard Heisig, Werner Tübke en Hans-Hendrik Grimmling. Kunstenaars, die niet alleen zichzelf destijds als `modern' beschouwden, maar zich volgens kunstcritici gerust kunnen meten met westerse collega's. Heisigs Geschichtsballade geldt zelfs als een van de topstukken in de nieuwe Rijksdag in Berlijn.
Toen Grimmling de begin mei geopende expositie bezocht, werd hij bevangen door afkeer. ,,Mijn schilderijen en die van andere moderne DDR-kunstenaars zijn op één hoop gegooid met afschuwelijke nazi- en stalinistische propaganda-kunst. Het is een ronduit treurige vertoning'', vindt Grimmling. De hele opzet van de expositie is demagogisch, zegt Grimmling, wiens werken ten tijde van de communistische DDR door de Stasi (de veiligheidsdienst) werden opgekocht en in donkere kelders verdwenen om geen `aanstoot' te kunnen geven.
De traditionalistische verzameling van Hitler - voornamelijk landschappen, naakte jonge vrouwen en moeders temidden van hun gezin aan de eettafel roept beklemming op. Boven in het gebouw aan het Gauforum is de donkere ruimte met DDR-kunst. Grimmling werd verdrietig van de ,,grove en verachtelijke wijze'' waarop kunst van avantgardistische jonge kunstenaars uit de jaren tachtig in Oost-Duitsland is opgehangen tussen brutale stalinistische stukken uit de jaren vijftig.
,,Dat kon ik niet accepteren'', zegt Grimmling. ,,De aanblik van de gerenommeerde moderne kunstenaars, van de Weimarer Malerschule tot Rodin en Munch, in het Schlossmuseum werkt als een bevrijding. Maar onze werken zijn ronduit als Schrott behandeld.'' Bovendien had de bank uit Leipzig, eigenaar van Grimmlings werk, ontdekt dat het klimaat in het gebouw aan het Gauforum dermate slecht was, dat zijn schilderij nu op `paddestoelen' moet worden onderzocht.
Schilders als Grimmling en ook Hubertus Giebe uit Dresden, die zich in de DDR tot de jongere critici rekenden, worden in hun protest breed gesteund. ,,Waaraan hebben Bernhard Heisig, Werner Tübke en Hans Ticha te danken dat ze in deze omgeving hangen?'', reageerde de Thüringse minister van Cultuur, Gerd Schuchardt, ontsteld. Hij kon zich bij opening van de tentoonstelling niet losmaken van het idee dat hier gerespecteerde kunst uit de DDR bespottelijk werd gemaakt.
Zelfs de toonaangevende kunstcriticus Eduard Beaucamp van de Frankfurter Allgemeine Zeitung schreef dat de behandeling van de Oost-Duitse kunst hem deed denken aan de horrortechnieken die de nazi's hanteerden bij hun exposities over `entartete Kunst'.
De organisatoren van de tentoonstelling, Kunstsammlungen Weimar, wijzen de kritiek als onzinnig van de hand en zeggen uitsluitend een discussie te willen beginnen. Maar de kunstenaar Hubertus Giebe uit Dresden, die ook zijn werk heeft teruggetrokken, willen de Kunstsammlungen ,,bewust een spektakel losmaken om geld binnen te halen.'' Giebe vindt dat de tentoonstelling aan het Gauforum beter kan worden gesloten om de kritische Oost-Duitse kunstenaars niet langer in diskrediet te brengen. De koningin zal de nazi-kunst vast niet missen, verwacht Giebe. ,,De moderne schilders uit de vroegere DDR kan ze vast binnenkort elders in Duitsland bekijken.''
Tentoonstelling: Aufstieg und Fall der Moderne. In Schlossmuseum en aan het Gauforum, Weimar. Openingstijden: di.-zo 10-18 uur.