Nederland is een tolerant land, waar wat betreft de vertoning van bloot veel kan, zo begint het commentaar. Er kan meer dan in de meeste ons omringende landen, die er een ietwat preutsere moraal op nahouden. Een en ander leidt echter niet tot overmatige frivoliteiten, zo stelt de redactie: “Huwelijkstrouw, abortusratio en seksuele hygiëne staan hier op een redelijk Europees peil”.
Er is dus eigenlijk geen probleem, zo zou je kunnen denken.
Toch wel, zegt het hoofdartikel. Want wat zeggen begrippen als aanstoot geven en openbare eerbaarheid ons heden ten dage nog? Bovendien heeft Veronica het gewaagd om harde porno uit te zenden en de zappers onder ons komen daar gewild of ongewild langs. Dat getuigt niet van goede smaak van de commerciële omroepen. Ze sloegen wat dit aangaat in vergelijking met de publieke omroepen ook al op het vlak van het vertonen van geweld een slecht figuur.
Op deze ogenschijnlijk plausibele redenering is het nodige af te dingen. Zo gaat de vergelijking tussen porno en geweld volstrekt mank. Geweld is gericht op vernietiging en seks niet, althans niet in de manier van beleving die we normaal plegen te noemen.
Wanneer het simpele bestaan van een afstandsbediening ertoe leidt, dat lieden ongevraagd in allerhande gevoelens gekwetst kunnen raken, dan valt te vrezen, dat na het door de redactie bepleite verbod op harde porno op het open net, zich nog meer hoekse en kabeljauwse twisten rond het beeldscherm gaan afspelen. Een louter technische innovatie (de afstandsbediening) wordt tot argument voor bedilzicht omgemunt.
In tegenstelling tot het spreekwoord de gustibus non disputandum est valt er in een volwassen democratie over smaak wel degelijk te twisten. Maar voor die twist wil de redactie met haar oekaze tegen harde porno nu een stokje steken.
Het debat rond porno is een voorbeeld van een twist over goede smaak. Voor zover zich dat debat afspeelt, zeilt het door tussen de klippen van het feminisme van de stellingname 'porno is vrouwenhaat', het pleidooi voor begrip van Rudy Kousbroek (als hij porno beschouwt als een soort zoete troost), en de schaamte van Willem Jan Otten, die zich tegenover zijn vrouw publiekelijk verontschuldigt voor het feit dat hij het zien van porno lekker vindt.
Je zult mij niet horen beweren, dat allerhande pornofilms van goede smaak getuigen, maar wat mij stoort is, dat onder een moreel vertoog veel besmuiktheid en dubbele moraal schuil kan gaan.
De opgeheven vinger van de redactie komt betweterig en elitair over.