De respons was onverwachts hoog, een kleine tweehonderd inzendingen. Op 17 juli kwamen al 31 inzendingen binnen, op vrijdag 18 juli zelfs 33. De piek lag echter zoals gebruikelijk bij reacties op krantenartikelen na het weekend. Niet op maandag met slechts 27 inzendingen (maandag is kennelijk geen prettige bezorgdag voor PTT'ers), maar op dinsdag met 46 brieven. Op woensdag 23 juli kwamen 29 vertalingen, op donderdag nog tien. Daarna werd het snel minder. Zelfs twee weken na de oproep komen dagelijks nog één of twee binnen. Toch leek het de redactie goed zo spoedig mogelijk de uitslag bekend te maken.
Maar eerst nog wat gegoochel met cijfers. Is vertalen van gedichten als liefhebberij nu iets voor mannen of voor vrouwen? Op de redactie hadden we daarover zo onze gedachten en weddenschappen werden afgesloten. Maar wie schetst onze verbazing dat het eigenlijk niets uitmaakt: 53 procent van de inzenders was man tegen 47 procent vrouw. (De tien inzenders van wie het geslacht niet goed viel te bepalen, telden niet mee.) De uitslag is dus halfhalf, man of vrouw maakt kennelijk weinig uit, de liefde voor poëzie is niet aan geslacht gebonden.
De vroege inzenders moeten zich wel afgevraagd hebben waarvoor die Hofstadter in hemelsnaam tien jaar nodig heeft gehad voor een vertaling. Want als we mogen afgaan op de begeleidende teksten zijn er zelfs vertalingen binnen tien minuten tot stand gekomen - en wel onder de afwas, waar kan het ook anders.
Wij hadden verwacht dat onder die vroege inzenders vooral mannen te vinden zouden zijn - kloek de knoop doorhakken ('zo is het wel goed') geldt nu eenmaal als een mannelijke eigenschap. Maar ook dat was weer een seksistisch vooroordeel. Het waren juist de brieven van vrouwen die het eerst binnenkwamen. Misschien dat vrouwen trouwer de tocht naar de brievenbus maken - wij hebben niet naar de datum op de aanbiedingsbrief gekeken, maar naar de datum van binnenkomst.
Voor de meesten vormde het vertalen echter een langdurige worsteling - zij het een aangename werd ons nadrukkelijk verzekerd - die hen soms nachtenlang uit de slaap hield. Het gedicht Worsteling van Ton Schipper uit Huizen (de titel is van ons), hierboven afgedrukt, brengt dat onder woorden.
Maar ook zonder gedicht of begeleidend briefje werd ons wel duidelijk dat de opdracht sommigen fascineerde. Het mooist wordt dat geïllustreerd door die fanaten die, nadat ze al een vertaling hadden ingestuurd, bleven schaven om een paar dagen later een verbeterde versie in te sturen. Anderen daarentegen bleken de vertalingen uit hun mouw te schudden en stuurden drie of vier versies tegelijk op.
Het briefpapier en de enveloppen waarin de inzendingen arriveerden vormen een verhaal apart. Indrukwekkende briefhoofden van advocatenkantoren, een dienstenvelop van de Koninklijke Bibliotheek, hergebruikt universiteitsdrukwerk, veel artsen, al dan niet in ruste. Het gaf al met al een aardig overzicht van het abonneebestand van NRC Handelsblad. De jongste deelnemer, de twaalfjarige Julia Meuwese uit Heilig Landstichting, schreef haar vertaling op een blauw soort muizentrapjesvouwpapier. En de vaste ingezondenbrievenschrijver A. Hoogendoorn uit Lochem bleek niet de verzuurde specialist in ruste die zijn gram over het wereldnieuws wekelijks op de Opiniepagina kwijt moet, maar een liefhebber van poëzie, die niet alleen een aardige vertaling leverde, maar ook een 'scabreuze versie'.
En hij was niet de enige. Hoewel het oorspronkelijke gedicht geschreven is voor een prinsesje van een jaar of acht, meenden velen toch allerlei verborgen seksuele verwijzingen te kunnen ontdekken en ontstonden er zelfs een aantal volledig seksueel getinte 'hertalingen'. Hierover later meer.
Drie inzenders kwamen met een Engelse vertaling. Het pleitte voor hun talenkennis, maar dat was niet de bedoeling. De oproep was juist gedaan om Hofstadter te laten zien dat een vertaling in het Nederlands heel wel mogelijk is.
Elly Bijl uit Delft vond dat de Nederlandse taal weinig geschikt was voor dit gedicht. En inderdaad, het oorspronkelijke Frans heeft het voordeel dat de klemtoon van woorden van nature op de laatste lettergreep ligt, wat al gauw het vereiste eindrijm oplevert (ook wel mannelijk rijm of staand rijm geheten). In het Nederlands is dit niet zo. Zij dichtte daarom: Nederlands / is geen Frans. / Taal is dwars / en soms wars / van poëzie, / melodie. / van het hart / maar dan tart. / Plotseling / herinnering / één gebaar / en zowaar, / een gedicht / vederlicht / elegant / en charmant / Twinkeling / loutering / leef lichter / oh, dichter / in de geest / is het meest / het heelal / toverbal / vol van kleur / bloesemgeur / is geen Frans / Nederlands. Uit de twee fouten (lichter, dichter) blijkt dat het klemtoonprobleem ook in dit gedicht onoverkomelijk was.
Sommige inzenders veroorloofden zich de vrijheid om zich in de vertaling niet tot een zieke jongedame te richten maar tot een geliefde, een kind of zelfs tot de poes, zoals Maria W.W. Moesman uit Haarlem deed: Snoezepoes, / ik, uw moes / wens voor u / dat het nu / beter gaat. / Kom op straat! / Doe uw mand / aan de kant. / Wees weer blij; / kom bij mij. / Want je vrouw / heeft voor jou / lekkernij. / Dan wordt jij / sterk, gehard. / Hier, wat hart. / Ach, geen zin? / Ook niet in / een stuk vis? / Maar dat is / voor je buik / echt heel puik. / Die wordt slap / zonder hap. / Eet dus wat, / lieve kat. / Da's geen smoes / Snoezepoes! Minder mooi is het rijmwoord puik, de combinatie gehard en wat hart, en de taalfout wordt jij. Het gedichtje was anders om zijn originaliteit opgenomen in de eregalerij hierboven.
Eigentijdse prinsesjes worden verleid met McDonald's en patat, zoals Oswald Tulen uit Leiden laat zien, die zijn hertaling aan zijn dochtertje Roos (7 jaar) opdraagt. Het staat om die reden in de eregalerij hiernaast ('Eigentijds', de titel is van ons). Wij zouden de t in 'echt wel, zeg' naar de 12de regel willen verplaatsen.
Een onverwachte wending neemt de hertaling van Marjolijn van der Hoeven-Heijink uit Oegstgeest in 'Prenatal' (hierbij afgedrukt, onze titel). Het embonpoint van Marot duidt zij als de dikke buik van een aanstaande moeder. En waarom ook niet?
In zijn boek noemt Hofstadter het zinloos om van 'de beste' vertaling te spreken. Hij heeft wel te kennen gegeven dat hij verwacht dat er in de komende jaren nog vele vertalingen zullen volgen. Uiteindelijk zou hij daarvan vijftig of honderd goede in allerlei talen bij elkaar willen brengen in een boek, elk voorzien van commentaar. Wij zullen er in elk geval voor zorgen dat veel Nederlandse gedichten hem bereiken.
Bij de vertalingen die zo dicht mogelijk bij Marots woorden blijven, zaten prachtige vondsten, zoals een streepjespak dat zowel als pyjama en als gevangeniskleding dienst deed, het 'embonpoint' dat in combinatie met het 'Dieu te doint' goddelijke ronding opleverde. Erg mooi was kooi als vertaling van zowel 'gevangenis' als 'bed'.
Veel hertalers laten Marots oorspronkelijke gedicht voor wat het is, maar houden zich verder wel aan de zes regels. Deze vrije hertalingen werden vaak geschreven met een seksuele knipoog en - alweer onverwacht - vooral door vrouwelijke inzenders.
Het was erg moeilijk om uit de tweehonderd inzenders er drie te kiezen die een gesigneerd exemplaar van Le Ton Beau de Marot verdienden. We hebben de inzendingen verdeeld in drie categorieën: de letterlijke vertalingen, de wat vrijere hertalingen en de omvangrijke groep 'eigen' gedichten die zich alleen aan de zes regels gehouden hebben.
Winnaar bij de 'letterlijke' groep was Guus Houtzager uit Breda, die met zijn 'Voor een ziek juffertje' een goed lopende, redelijk letterlijke vertaling leverde. Hij houdt zich aan de regel dat de toon in het eerste deel van het gedicht formeel moest zijn en in het tweede deel informeel, terwijl daar vaak tegen gezondigd werd. Wel blijkt God in zijn vertaling verdwenen te zijn. Maar hij was niet de enige - Dieu te doint wordt anno 1997 kennelijk als een stoplap beschouwd, waarvan vertaling niet verplicht is. Wij hebben daarom de verdwenen God maar door de vingers gezien. Ook heel mooi maar net iets stroever was 'Voor een ziek Jonkvrouwtje' van Louis Vermeulen uit Rotterdam. We hadden graag meer boeken willen versturen, maar helaas...
In de categorie 'vrije hertalingen' is 'Aan een zieke jongedame' van mevrouw R.A. Coppoolse uit Oegstgeest de winnaar. God is naar boven verhuisd en mignonne is 'kleine muis' geworden. Maar de warmte die dit gedicht uitstraalt verheft het boven de andere inzendingen.
Winnaar bij de geheel vrije, eigen gedichten is Mar Bos uit Rijswijk, die hierbij staat afgedrukt: 'Aan een ziek heerschap'. Zij stuurde ook een ander gedicht dat bijna net zo sterk was. Terwijl bij veel inzendingen het rijmwoordenboek er doorheen schemerde, was bij haar gedichten van enig sinterklaasgerijm niets te merken - ze kwamen aus einem Guss. Vooral sterk is de manier waarop ze de naam van de dichter in haar vers verwerkte. Meer zullen we er niet over zeggen. De jury
Alle gedichten die tot en met 31 juli bij de redactie binnengekomen waren zijn door de jury beoordeeld. Wat daarna binnenkwam is terzijde gelegd. Over de uitslag van deze prijsvraag wordt niet gecorrespondeerd.
Aan een zieke jongedame
Kleine muis
nog steeds thuis?
't Lijkt, O God
wel 't cachot!
Maar een groet
doet vast goed.
Werk eens snel
aan herstel.
Nieuw élan
vraagt clément:
wel ter been
ergens heen.
Maar je weet
wie niet eet
blijft heel slap.
Neem een hap:
taart, gelei
room erbij
bros banket...
èn uit bed!
Lieve schat
doe je dat?
Snoetje is
gauw weer fris.
Lijfje rond
kerngezond.
Uit èn thuis
Kleine muis.
R.A. Coppoolse
Voor een ziek juffertje
Lieve schat!
Neen, gij had
Niet uw dag.
Want ge lag
Veel te lang
In 't gevang
Van uw bed.
Opgelet:
Ga eens uit
Flierefluit
Doe het gauw!
Guus zegt jou
Wat er schort.
Breng dat bord
Naar je mond.
Eet je rond:
Lekker zoet
Is soms goed.
O, geen trek?
Je bent gek!
Je ziet bleek
Bent van streek
Hou toch op!
In je kop
Zit het fout:
Dat snijdt hout
Zo is dat
Lieve schat.
Guus Houtzager
Aan een ziek heerschap
Ach mijn held
nu geveld.
Laatste stap
alles slap.
Geest op slot
vel als vod.
Zwelg met mij
't leed voorbij.
Taart, kapoen
negerzoen
rijpe vrucht;
't geeft weer lucht.
Poets de plaat
ouwe maat.
Pak mij beet
adem heet.
Dodendans
krijgt geen kans.
Eens zo broos
bleek wordt bloos.
Kus mijn bos!
ik verlos;
Vurig lijf
in bedrijf.
Op de top
geef je op.
Uitgeteld...
ach mijn held.
Mar Bos
Worsteling
Beste Rob
Hoepel op.
Jouw gedicht
Mij een plicht.
Slapeloos
Hele poos.
Rijm dat past
Uit de kast
Goed begin
Tiende zin.
Loop dan stuk.
Ongeluk!
Van vooraan
Nieuw gedaan.
Gaat wel goed
Zoals 't moet.
Weer paniek
Voel me ziek.
Ton gekweld
Uitgeteld.
Komt er licht
In 't gedicht?
Ja, voorwaar
't Is al klaar.
Toch wel maf
Achteraf.
Schouderklop
Beste Rob!
Ton Schipper
Voor een ziek Jonkvrouwtje
Mijn lief kind
Zegt uw vrind
Goeden dag.
'n Hard gelag
In uw kooi.
Knap nu mooi
Op, heel flink
Licht de klink
Die ontsluit
Vlieg eruit.
Therapie
Van Louis
Voor vandaag.
Jij, snoepgraag
Zonder pret
In je bed
Neem gerust
Wat je lust.
Heerlijk hoor;
Tob niet door
Met je kwaal
Je kleurt vaal
Door tekort
Tot je wordt
Enkel bot.
Jou zij God
Welgezind
Mijn lief kind
Louis Vermeulen
Eigentijds
Dag, mijn meid
dokter zei 't
nog een keer
het moet weer
Oswald zegt
komt terecht
blijf niet boos
pluk een roos
ga je mee?
Naar Mac D.
een kado
je word zo
echt weer vrij
kind van mij
wat, geen ijs?
wees toch wijs
neem het nou
word niet grauw
specialist
niet gemist
dit moment
nare vent
echt wel, zeg
jij en weg
je verdriet
kom, geniet
neem de tijd
dag, mijn meid
Oswald Tulen
Prenatal
Zoetelief! Hier's een brief
Voor in bed...
O, wat redt ons van 't lot
In 't cachot
slechts één stap
Beterschap!
van elkaar...
zet hem maar
want Marot
wil het zo...
Vlug, eruit
smalle snuit!
Niet normaal
Hoe die kwaal
Aan je vreet...
Snoepkous, eet!
zomerfruit!
kleurt je huid
slagroomsoes!
vult je bloes
Eet voor twee!
Hij eet mee...
Drinkt je bloed...
God verhoed'
Dat die dief...
Zoetelief!
Marjolijn van der Hoeven-Heijink