De leegstand van oudere kantoorgebouwen is de laatste jaren hand over hand toegenomen. Bedrijven willen zich niet meer vestigen in oude en vaak sombere panden, maar juist in nieuwe gebouwen, met veel parkeergelegenheid en een grote flexibiliteit. De laatste “eee zijn daarom veel leegstaande antoren in binnensteden. omgebouwd tot appartementscomplexen. In Rotterdam heeft de Stichting Studenten Huisvesting op deze manier een groot aan- tal studentenwoningen gerealiseerd. In Den Haag zijn veel oude woonhuizen waarin later ministeries gevestigd werden, weer tot woonhuis omgebouwd.
Het belangrijkste voordeel van deze transformatie is dat er snel en relatief goedkoop nieuwe woonruimte beschikbaar komt. Woningcorporaties kunnen immers direct na de aankoop van het gebouw beginnen met de verbouwing. Eerst slopen en daarna een nieuw gebouw neerzetten is duurder en moeilijker, omdat er vaak weinig ruimte is voor bouwwerkzaamheden. Ook blijft het karakter van de binnenstad intact, wat van belang is als het leegstaande pand monumentale waarde heeft. Bovendien moet bij sloop door-gaans de grond worden gesaneerd. Maar er zijn ook nadelen. Zo moet er een geheel nieuwe indeling van het gebouw komen om het voor bewoning geschikt te maken. Ook de technische installaties, zoals centrale verwarming en de sanitaire voorzieningen, moeten worden vervangen. En de veiligheidseisen voor kantoren zijn beperkter dan die voor woningen. Dit kan bijvoorbeeld de bouw van extra brandtrappen noodzakelijk maken.
Het herbestemmen van kantoren zal de komende jaren sterk toenemen, zo blijkt vit recente onderzoeken.
De Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV) heeft in 1994 een verkennende studie verricht naar de herbestemming van kantoorpanden, onder de titel: Van werkplek naar woonstek. De studie is te bestellen bij de SEV, = (010)4 13 09 35.