De vertraging kwam voor een groot deel voort uit de lagere groei van de bestedingen van de Amerikaanse consument. Die gaf in het derde kwartaal slechts 0,4 procent meer uit. Dat was de geringste groei in bijna vijf jaar. In het tweede kwartaal lagen de bestedingen nog 3,4 procent boven het niveau van de voorgaande periode. Geringere aankopen van de Amerikaanse overheid vormden een tweede bepalende factor. De regering besteedde 1,4 procent minder nadat ze in het voorgaande kwartaal 7,7 procent meer had uitgegeven. Investeringen in de woningbouw zakten met 5,8 procent na een groei van 16,3 procent. De auto-industrie kreeg een produktiedaling van 13,4 procent te verwerken.
Zonder de invloed van de Amerikaanse auto-industrie zou de economie van de VS in het derde kwartaal zijn toegenomen met 2,8 procent vergeleken met groei van 3,4 procent in het tweede kwartaal. Economen hadden verwacht dat de groei zou afnemen tot 1,9 procent. De inflatie kwam uit op 1,9 procent, het laagste niveau in drie jaar. In het tweede kwartaal bedroegen de prijsstijgingen 2,2 procent. (KRF)