Het wetsvoorstel moet een einde maken aan het tot nu toe onzekere karakter van ingrijpen in het ouderlijk gezag. Dat gebeurt door de duur van voorlopige maatregelen - het plaatsen van kinderen onder toezichtstelling - aan termijnen van zes weken of drie maanden te binden.
Na het verlopen van die termijnen volgt een definitieve beslissing. Dat kan in het uiterste geval ontheffing of ontzetting uit de ouderlijke macht zijn. Het wetsvoorstel regelt ook dat betrokken instanties voortaan meer duidelijkheid verschaffen over het waarom van de getroffen maatregelen.