Hij werd als Jacob Vuerhard geboren in Utrecht en besloot na een paar mislukte baantjes - onder meer als illustrator bij Het Vaderland - zijn geluk te beproeven bij de bloeiende filmindustrie in Duitsland. Daartoe mat hij zich de naam Roland Varno aan, naar het voorbeeld van filmsterren als Greta Garbo en Rudolph Valentino wier namen immers ook op een -o eindigden. Al snel kreeg hij een rolletje, als de gymnasiast Lohmann, in de legendarische film Der blaue Engel, met Marlene Dietrich en Emil Jannings. “Ik moest mij met een ondergeschikte rol vergenoegen,” zei hij in 1930 tegen de NRC. Maar al na een paar andere films werd hij in Berlijn ontdekt door een talentenjager van de Hollywood-studio MGM.
Zijn bekendste wapenfeit werd een dansje met Greta Garbo in As you desire me (1932). Ook verscheen hij in Quality Street naast Katherine Hepburn (1937), in To be or not to be van Ernst Lubitsch (1942) en in een toneelrol naast Joan Fontaine. Zijn knappe, gedistingeerde uiterlijk hielp mee.
Hij werd in 1930 in een Nederlandse krant omschreven als “onze eenige mannelijke troef, onze eenige Hartenkoning in de weidsche wereld der aanbeden filmspelers”.
Na zijn filmcarrière bleef Roland Varno in Amerika; hij speelde in de jaren vijftig en zestig mee in radio- en tv-series, maar werkte er ook als vrachtwagenchauffeur, timmerman, encyclopedieënverkoper en makelaar. “Roem stelt niets voor,” zei hij zes jaar geleden, toen hij voor het eerst sinds 1934 weer in Nederland was en in een tv-programma van Hans van Willigenburg over zijn loopbaan vertelde. “Het belangrijkste is om je werk goed te doen.”