Haar partijgenoot en vice-premier Dijkstal nam direct afstand van de uitlatingen van De Vries. De minister van binnenlandse zaken zei gisteren voor de Tros-radio dat de gedachte van De Vries hem “een paar slagen te ver gaat”. Volgens Dijkstal vormt de aanwezigheid van de sociale partners in de SER juist de meerwaarde van dit adviesorgaan.
Twee jaar geleden zei VVD-leider Bolkestein dat werkgevers- en werknemersorganisaties, die tweederde van de zetels in de SER bezetten, geen publieke macht horen te bezitten. Het primaat hoort aan de politiek; een maatschappelijk draagvlak kan alleen maar blijken uit het bestaan van een meerderheid in het parlement. Politici moeten zich niet dwingend laten adviseren door belangenorganisaties met wie ze ook moeten overleggen.
In maart besloot de Tweede Kamer dat het kabinet de SER straks niet meer om advies hoeft te vragen. De Kamer besloot dat tegen de zin van het kabinet en tot ongenoegen van de vakcentrales en de meeste werkgeversorganisaties. Volgens de indienster van het VVD-voorstel, het Tweede-Kamerlid De Vries, betekent het vervallen van de adviesverplichting een bevestiging van het primaat van de politiek en vergroot het de slagvaardigheid van de overheid.
Het kabinet had zelf al de wettelijke verplichting geschrapt om advies aan allerlei organen te vragen, maar had daarbij een uitzondering voor de SER gemaakt. Wel wilde het kabinet de verplichting beperken tot de hoofdlijnen van het sociaal-economische beleid, met bovendien de restrictie dat het bij dringende zaken ook dan de adviesaanvraag kon overslaan.