Met grote belangstelling wordt nu al uitgekeken naar de nieuwe filmrubriek van de VPRO, die vanaf volgend najaar onder de titel Stardust eens in de twee weken bioscoopactualiteit en filmhistorie zal gaan belichten, onder eindredacti van Harry Hosman en Bram van Splunteren. Geen van de weinige bestaande filmprogramma's op de Nederlandse televisie (Veronica's ‘Film en Video, Filmspot) is er immers tot nu toe in geslaagd zich te” ontworstelen aan het vrijblijvende pxaatje bij een plaatje uit de premnières van de week. Er is zonder enige twijfel ruimte voor een intelligent. en eigenwijs programma, dat zijn eigen neus volgt.
De VPRO-gids van deze week bevestigt expliciet het vermoeden dat de reeks portretten van drie jonge filmregisseurs (redactie: Harry Hosman en Cherry Duyns), die vanaf vandaag uitgezonden worden, gezien kan worden ‘als een aanloopje voor’ Stardust. De geportretteerden zijn achtereenvolgens de Portugese Teresa Villaverde (1966) door Annick Vroom, de Taiwanees Tsai Ming-liang (1957) door Mart Dominicus en de Chinees Chen Kaige (1952) door Alexander Oey. Eigenlijk kan van dit trio alleen Tsai beschouwd worden als een vooraanstaand, invloedrijk nieuw talent, vooral dank zij zijn tweede film Vive l'amour (Gouden Leeuw 1994). Maar het lijstje is dan ook het resultaat van noodgre-‘pen en compromissen, nadat onder meer Léos Carax (spoorloos verdwenen), Jane Campion (te beroemd, onbereikbaar), Hal Hartley (te druk, te lang bekend), Quentin Tarantino (ook onbenaderbaar voor de VPRO) en een handvol Chinezen van de zesde. generatie (Zhang Yuan, He Yuan) afgevallen waren.
TV • VOORAF
Het rijtje is nu wel heel discutabel geworden, als vooruitblik op de toekomst even weinig maatgevend als de selectie van de films in Hosmans rubriek Cinema Primeur voor de stand van zaken in de wereldfilmkunst.
Teresa Villaverde regisseerde twee lange speelfilms, het tamelijk overrompelende A idade maior (1991) over de verwerking van het koloniale verleden en het interessante, maar onevenwichtige Três irmâos (1994). Annick Vroom toog naar de oevers van de Taag om een tamelijk nietszeggend portret van vijftig minuten te maken, vol toeristische ‘plaatjes van de bekende trams in steile straatjes, het rivierpanorama, pleinen en plantsoenen. Behalve Villaverde zelf, haar producent Joaquim Pinto, geluidsman Vasco Pimentel, _hoofdrolspeelster en vriendin Maria de Medeiros, een produktieleidster en cameravrouw Elfi Mikesch komt niemand aan het woord die de uitzonderlijke situatie van de Portugese cinema zou kunnen uitleggen: succes op internationale festivals, verkoop aan buitenlandse televisiezenders, maar nagenoeg geen thuismarkt. Dat Villaverde, Pinto, Pedro Costa en nog wat andere jongeren een groep of generatie zouden vormen, is een omstreden notie, maar ook die wordt niet eens geopperd, behalve via de affiches in Pinto's kantoor.
In plaats daarvan wordt in De gedroomde werkelijkheid van Teresa Villaverde wat geneuzeld over beelden die de regisseuse vooraf in haar hoofd heeft, over de een of twee liedjes die ze tijdens de opnamen permanent beluistert op de walkman en over ‘het enige filmlaboratorium’ in Portugal. Waarom en hoezo? Wat vindt Vroom eigenlijk van Villaverde en van de Portugese cinema? In de VPRO-gids lezen we dat Vroom ‘het een heel ander land vindt dan Italië of zo, de tijd heeft er veel meer stilgestaan’ en ook dat het eten er heel sober is. Het vermoeden rijst dat Annick Vroom niet alleen nooit eerder in Portugal geweest is, maar ook geen Portugese films kent.
Als dit het niveau wordt van Stardust, dan laat de VPRO weer eens de kans op de totstandkoming van een volwassen en intelligent film-. programma uit de handen glippen. Waarom lukt dat toch nooit hier en wel bijvoorbeeld in Portugal, wekelijks en op hoog niveau?
Filmportret: de gedroomde werkelijkheid van Teresa Villaverde, Ned.3, 23.24-0.16u.