Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Arbeidsmarkt

Sociale werkplaats in Oost-Groningen door overheid gered

De noodlijdende sociale werkvoorzienining in Oost-Groningen verkeerde op de rand van de afgrond totdat het rijk met 22,5 miljoen te hulp schoot. Voor de ruim 1.000 werknemers met een geestelijke of lichamelijke handicap lijkt daarmee de werkgelegenheid veiliggesteld.

WINSCHOTEN, 29 MEI. Commissaris van de koningin Vonhoff heeft 22,5 miljoen van de rijksoverheid gekregen voor de redding van het noodlijdende werkvoorzieningsschap Synergon uit Winschoten. De vijf deelnemende gemeenten in het werkvoorzieningsschap (Winschoten, Pekela, Bellingwedde, Reiderland en Scheemda) zijn verheugd over de bijdrage, maar moeten zelf ook nog 20 miljoen betalen.

Bestuurlijk falen, een tekortschietende bedrijfsleiding en bezuinigingen op de sociale werkvoorziening brachten Synergon op de rand van de afgrond, totdat vorige week bekend werd dat het rijk voor het eerst bereid is een werkvoorziening te hulp te schieten. Minister Melkert (sociale zaken) heeft daarbij gezegd dat andere werkvoorzieningsschappen hier geen hoop uit kunnen putten.

De zwakke sociaal-economische structuur in Oost-Groningen en de grote waarde van Synergon voor dit gebied gaven de doorslag om 22,5 miljoen over te maken. Behalve de twintig miljoen van de gemeenten zal ook de provincie Groningen 2,5 miljoen gulden bijdragen om het gat van 45 miljoen te dichten. De werkgelegenheid voor de ruim 1.000 werknemers met een lichamelijke of geestelijke handicap - de zogenoemde WSW'ers - en 70 leidinggevenden lijkt daarmee veiliggesteld.

Synergon is een van de grootste werkgevers van Oost-Groningen. De WSW'ers werken in de divisies metaal, groenvoorziening, papier, bouw, textiel en dienstverlening. Synergon is zo groot geworden omdat in de jaren zeventig mensen uit de landbouw, de textielindustrie en de strokartonindustrie naar de sociale werkvoorziening zijn gestroomd.

Vorig jaar mei kwam na een onderzoek het miljoenentekort aan het licht. Het bestuur, dat bestond uit burgemeesters en wethouders van de vijf gemeenten, stelde een reorganisatieplan op, maar de provincie vond die onder de maat. Vonhoff nam eind 1994 de touwtjes in handen. Officieel op verzoek van de gemeenten, volgens Vonhoff “na een goed gesprek”. Wethouder Stek van Reiderland kan zich het nog goed herinneren. “Dat was helemaal geen gesprek. We werden bij hem geroepen, de les gelezen en moesten de macht afstaan, anders dienden we het geheel op eigen kracht te doen en was Synergon onherroepelijk dicht gegaan. Het was ondemocratisch.” Wethouder Zijlstra van Bellingwedde onderschrijft de lezing. Volgens hem had het allemaal wat vriendelijker gekund. “Er valt niets op zijn inzet en het resultaat af te dingen, maar de manier waarop wij terzijde zijn geschoven is schandelijk. Zo ga je niet met elkaar om.”

Hoewel het geld van Melkert wordt toegejuicht, is de bezorgdheid in Oost-Groningen niet verdwenen. De armlastige gemeenten weten nog niet hoe ze hun bijdrage moeten ophoesten. Bovendien zijn er nog steeds zorgen over de toekomst van Synergon. Zijlstra: “Het wordt nog moeilijk genoeg voldoende werk te krijgen. De werknemers hebben nog steeds te weinig te doen.”

De problemen bij Synergon hebben diverse oorzaken. Het rijk is in 1989 begonnen met het 'budgetteren' van werkvoorzieningen. Tot die tijd was er sprake van 'open-eindfinanciering', de tekorten werden altijd aangevuld. De budgettering ging gepaard met grote bezuinigingen. Meer dan tachtig procent van de 102 werkvoorzieningen in het land is daardoor in de problemen gekomen. Gezamenlijk lijden ze een verlies van circa 134 miljoen per jaar. Gemeenten moeten dat bijpassen.

Volgens Vonhoff kreeg Synergon met extra problemen te kampen door een incompetente leiding. De directie en de gemeentebesturen schoten volgens hem ernstig tekort. “Na 1989 was het bij Synergon 'business as usual'. De bedrijfsvoering deugde niet.” Vonhoff noemt als voorbeeld de champignonkwekerij. De werknemers ging om vijf uur naar huis, terwijl er nog geoogst moest worden. Partijen champignons konden de volgende dag de afvalbak in. Voorts heeft Synergon veel te dure nieuwbouw neergezet en liep het aantal opdrachtgevers terug.

Volgens Vonhoff waren de gemeenten vorig jaar niet doordrongen van de rampsituatie. Zijlstra bestrijdt dit. Hij was tot het moment dat Vonhoff de leiding overnam, voorzitter van het dagelijks bestuur. Volgens hem heeft de directie van Synergon het bestuur nooit goed ingelicht. Toen vorig jaar de situatie aan het licht kwam, werd de directeur meteen ontslagen en een reorganisatieplan opgezet waarbij 300 van de 1.150 banen zouden verdwijnen. “De provincie heeft ons plan gewoon geen kans gegeven. Nu blijft wel de werkgelegenheid intact, maar de bijdrage van de gemeenten is ondanks het geld van het rijk nog even groot.”

De ontslagen directeur H. Haze zegt sinds 1992 geprobeerd te hebben de gemeenten te overtuigen van de deplorabele situatie, maar hij vond geen gehoor. Hij voelt zich niet verantwoordelijk. “Bijna alle werkvoorzieningen hebben problemen gekregen door de bezuinigingen.” Haze vecht zijn ontslag aan. “Men had een zondebok nodig.”

Vonhoff denkt dat Synergon eind 1996 weer gezond zal functioneren. Hij wil in ieder geval voorkomen dat de vijf gemeentebesturen weer de macht krijgen. Bij wet is echter geregeld dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor werkvoorzieningsschappen. Het Nationaal Overlegorgaan Sociale Werkvoorziening (NOSW) steunt Vonhoff in zijn visie. Het NOSW pleit al jaren voor een andere opzet, waarbij niet gemeentebestuurders maar deskundigen in het bestuur komen te zitten.