Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Muziek

Bij Ig Henneman benutten de vogels hun grote vrijheid

Concerten: Het Ig Henneman Tentet met De Nachtegalen tijdens de Slaap. Gehoord: 12/5 BIMhuis en 27/5 Stedelijk Museum, Amsterdam.

Een groep tijdens een tournee vaker beluisteren, kan behalve aangenaam ook heel leerzaam zijn. Jammer dat een luisteraar er maar zelden toe komt. Neem het nieuwe tentet van altvioliste Ig Henneman bestaande uit vier strijkers en blazers plus slagwerk en stem in De Nachtegaal tijdens de Slaap.

Tijdens de première op 12 mei in het BIMhuis was al gebleken dat Henneman na haar Emily Dickinson Project uit '93, vastgelegd op de cd WIG 02, een overtuigende nieuwe stap had gezet in de ontwikkeling van Impro & Poetry, een vrijwel nieuw genre in de grote speelplaats tussen jazz en klassiek. Elf gedichten over vogels, van de door een anonymus misschien in 1611 geschreven Silver Swan tot Möwen van de Duitse dichteres Rose Ausländer uit 1978, inspireerden Henneman tot composities die even gevarieerd zijn als de vogelwereld zelf. In Ibis van Apollinaire staat de muziek bijna stil, in Gierzwaluwen gebaseerd op een gedicht van Guido Gezelle beweegt alles wat bewegen kan, van de snaren van de strijkers, met die van cellist Tristan Honsinger als de meest nerveuze, tot de rieten van de klarinetten van Ab Baars, Michael Moore en Hein Pijnenburg, respectievelijk op bes, alt en bas.

De muziek is net zo poëtisch als de gedichten, maar wat aan het eind van de serie sterk veranderd blijkt, is de macht van de musici over de materie. In het Stedelijk hoeft Henneman aan leiding niet veel meer te doen, haar musici fungeren inmiddels als co-dirigenten, van de rietblazers Baars en Moore tot slagwerker Fred van Duynhoven, zeer in zijn element omdat hij alles van vogels weet, van trippelende tenen tot trillende tonen.

De grootste metamorfose in twee weken tijd heeft vocaliste Ilse van de Kasteelen ondergaan: van een braaf, zich aanpassend vogeltje tot een brutaal nest dat weet dat bescheidenheid nergens toe leidt. Dat haar opera-achtige gillen overkomen is mooi, nog knapper is echter dat ze ook fluisterend de zaal weet mee te nemen. Dat dit alles slechts mogelijk is bij een leider die terug durft te treden is duidelijk voor ieder die ook maar iets van politiek weet, menselijk of dierlijk. Veel lof dus voor Ig Henneman voor de door haar gecreëerde ruimte tussen orde en vrijheid. Schwingen, halb Schwerkraft, halb Schwung, zoals Rose Ausländer het verwoordde.