Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Onderwijs

Nooit meer eten in Groningse mensa

GRONINGEN, 1 MEI. Er zitten rond het middaguur zo'n vijftig mensen te eten, alleen aan een tafel of met zijn tweeën. Vooraan een veertiger die al meezingend met zijn walkman geniet van kip in sinaasappelportsaus. Verderop leest een meisje al etend een boek. “De mensa is nog steeds een plek waar je lekker anoniem kunt eten. Voor deze groep is het heel jammer dat die dicht gaat”, zegt coördinator J. Visser van de Stichting Mensa Oosterstraat.

De mensa in Groningen sluit over twee weken de deuren, omdat er niet meer genoeg financiële armslag is. De Rijksuniversiteit Groningen had vorig jaar besloten de subsidie van 75.000 gulden per jaar stop te zetten; dat bleek uiteindelijk de nekslag. “Wij vonden een grootschalige voorziening niet meer houdbaar. Onze studenten maakten er nog maar weinig gebruik van,” aldus college-voorzitter E. Bleumink. Voor studenten zijn er tegenwoordig volgens hem zoveel goedkope voorzieningen, zoals de afhaalpizza of een eetcafé, dat een mensa niet meer nodig is. En ook in kantines van de RUG in het Harmoniegebouw en op het Zernike-complex zijn sinds vorig jaar voedzame kant-en-klaar-maaltijden te koop. Dat Groningen zijn traditionele mensa kwijtraakt, vindt Bleumink niet zo erg. “Ach, je kunt het jammer vinden, maar de wereld verandert.”

Volgens Visser heeft het stopzetten van de subsidie de sluiting versneld, openhouden op deze lokatie en op dezelfde schaal was niet mogelijk geweest. Visser: “Met de kosten die we maken, zouden we eigenlijk elke dag vol moeten zitten. Dat zit er gewoon niet in.” Het laatste jaar aten er ongeveer 550 mensen per dag, waarvan ongeveer de helft studenten. De andere helft bestaat volgens Visser vooral uit oud-studenten. “Vroeger studeerden ze dertien jaar en aten ze dertien jaar hier. Nu studeren ze, worden ze werkloos en eten ze hier ook dertien jaar.”

In de jaren zestig en zeventig was de mensa in de Oosterstraat een florerende ontmoetingsplek voor vooral progressieve studenten, mede doordat de mensa in hetzelfde pand is gevestigd als cultureel centrum Vera. “Alles wat studenten toen deden, deden ze samen en bij een universitaire instelling. Zo ook eten in de mensa.” Het imago van Vera heeft het goedkope restaurant de laatste jaren parten gespeeld. Het met affiches beplakte pand ziet er als een kraakpand uit. Volgens Visser associeren veel Groningers de mensa met Vera en heeft dat de drempel verhoogd.

Naast het lot van de 26 medewerkers, waarvoor een sociaal plan is gemaakt, maakt Visser zich zorgen om een specifieke groep frequente bezoekers. “Daarvoor is het een ramp. Die mensen gaan slechter eten. Patat ofzo. En er zullen dagen zijn dat ze helemaal niet eten.” Er mogen volgens hem dan wel genoeg goedkope alternatieven zijn, zo'n gezonde hap als in de mensa krijg je bijna nergens voor zo weinig geld. Een maaltijd kost er 6,50 gulden.

De Stichting Mensa Oosterstraat is formeel nog met de universiteit in een juridische strijd verwikkeld, want ze stelt zich op het standpunt dat de stichting eigenlijk drie jaar de tijd had moeten krijgen geheel zelfstandig te worden. “We moeten nu maar eens bezien wat we met die procedure doen. Eigenlijk heeft het allemaal niet zo veel zin meer.”