Bij de verkiezingen van vorige maand behaalde de MSzP, de partij van de voormalige communisten, een absolute meerderheid (209 van de 386 parlementszetels); de liberalen eindigden op de tweede plaats met 69 zetels.
Na drie weken van onderhandelen konden de twee partijen gisteren een nieuwe regering samenstellen, waarin zowel oudgedienden zitten van het vroegere communistische bewind als voormalige dissidenten. “De twee partijen hebben een overeenkomst ondertekend die van historisch belang is”, aldus Gyula Horn, de leider is van de MSzP die premier is geworden in het nieuwe kabinet.
Horns naam werd eerder dit jaar nog op negatieve wijze in verband gebracht met het neerslaan van de opstand tegen het communisme in zijn land, in 1956, maar voor zijn directe betrokkenheid zijn geen bewijzen geleverd. Vast staat wel dat hij een jaar later lid werd van een speciale militie die moest toezien op herstel van de communistische orde. Horn (62) zei gisteren dat Hongarije “niet langer naar het verleden moet kijken, maar naar de toekomst”. Ook Ivan Peto, de voorzitter van de liberalen, riep op tot verzoening. (AP, AFP)