Bobbie mijn kat springt 's avonds op mijn bed
en gaat zich dan een tijdje liggen wassen.
Hij likt zijn scherpe nageltjes zelfs schoon
zonder daarbij zijn tongetje te krassen.
Dat gaat niet zo bij Appie, Beer en Fopje,
die raken elke dag een beetje vuiler.
Mijn moeder gaf ze op een dag een sopje,
wat heb ik toen ontzettend moeten huilen.
Appie de hond leek wel een schaap geworden,
Beer had niet meer zijn wriemelige vacht
en Fopje het konijn zag er zo dom uit,
precies een watje, net zo wit en zacht.
Ik heb toen nog gedacht ze voor één nacht
aan Snottebel Lies, mijn vieze nicht, te geven.
Maar die is wel zo goor dat ik ze toch
maar liever zelf goed vuilig heb gewreven.
Terwijl ik ze vertel over de grappen
die we weer hebben uitgehaald op school,
voel ik het borstelige bont van Beer
en Fopjes kontje en Appies krullebol.
Lief hè? Maar wacht maar tot mijn ouders slapen,
dan zijn wij wakker en dan staan we op,
dan zetten Bob en Ap en Beer en Fop
en ik de hele kamer op zijn kop.
Ik hoor hoe Bob al spint van binnenpret
en geef hem nog een aai over zijn kopje.
Wat liggen we toch in een lekker bed,
welterusten Bobbie, Appie, Beer en Fopje.