Volgens RLD-controller H. Crince le Roy, die de zaak deze week tegen het licht hield, is van fraude of wanbeheer echter “niets gebleken”. De toestellen werden relatief goedkoop verkocht, zo zei hij gisteren, omdat deze transactie deel uitmaakte van een breder contract met de Duitse fabrikant HLW in Bremen; tegen de verkoop van deze toestellen stond een goedkope aanschaf van nieuwe vliegtuigen bij hetzelfde bedrijf, aldus de controller.
De RLD moest de toestellen volgens Crince le Roy destijds snel verkopen. De vliegtuigen waren bezit van de Rijks Luchtvaartschool (RLS), die op het punt stond te worden overgenomen door de KLM. De KLM had contractueel bedongen dat bij de oplevering van de RLS alle toestellen zouden zijn vernieuwd. “Het was niet mogelijk de vliegtuigen tegen een betere prijs te verkopen”, aldus de RLD-controller. Ongeacht het onderzoek van de Rekenkamer besluit de Tweede Kamer volgende week of men de zaak nader wil onderzoeken.