Het is allemaal net echt op de vakbeurs van speelautomatenhandelaren in Maastricht. De bespeler van de zogenoemde "Wild Pilot' zit in een beweegbare cabine, die al naar gelang het vliegtuig stijgt of daalt, naar voren of naar achteren overhelt. De kogels komen uit een voorwerp dat veel weg heeft van een mitrailleur en de oorlogsgeluiden doen de rest. De Wild Pilot behoort tot de vele speelautomaten die te zien zijn op EXPO'93, de deze week voor de zeventiende keer gehouden beurs van de Vereniging Automatenhandel Nederland (VAN). Behalve voor de Wild Pilot is er natuurlijk ruimte gereserveerd voor de bekende racebanen (voor zowel auto's als motoren), allerhande videospelletjes, schietspelen en gokkasten.
De namen van de automaten op EXPO'93 klinken buitenstaanders vreemd in de oren: "Bone Busters', "Blood Ros', "Hollywood Heat' en "Golly Ghost', om er een paar te noemen. Het principe is simpel: werp een muntstuk in de automaat en alles wijst zich vanzelf. Als u het goed doet en/of mazzel hebt mag u nog een keer; als u weinig talentvol bent en/of pech uw lot is, bent u uw geld kwijt.
De wereld van de speelautomaat is in de laatste jaren in een hoog tempo volwassen geworden. Verspreid over het hele land staan inmiddels zo'n 90.000 speelautomaten opgesteld, met een totale waarde van 500 miljoen gulden. In de branche werken 3500 mensen; de directeuren van de meeste amusementshallen zijn "academisch gevormd' en de miljoenen Nederlanders die wel eens een gokje wagen, in de Wild Pilot stappen of ouderwets staan te flipperen, zorgen met z'n allen voor een jaaromzet van 1,45 miljard gulden.
Ondanks de grote hoeveelheid Jaguars, Mercedessen en BMW's op het parkeerterrein is het rustig in het Maastrichtse MECC-centrum. Opmerkelijk rustig. “Er is niets nieuws te zien”, zeggen kenners. Anderen wijten de rust op de beursvloer aan de weinig centrale locatie waar EXPO'93 wordt gehouden. Het zal allemaal zeker meespelen, maar het werkelijke probleem zit ergens anders: gokverslaving wordt nu eindelijk serieus genomen door de overheid. Onder exploitanten, importeurs, groothandelaren en producenten van speelautomaten heerst onrust over de strijd tegen deze verslaving, die in alle hevigheid is losgebarsten. De gesprekken in Maastricht gaan dan ook meer over zelfregulering, conflictbeheersing, convenanten en Jellinek Consultancy, dan over Bone Busters of Blood Ros. De speelautomatenhandelaren voelen zich vogelvrij verklaard.
Iedere gemeente mag zelf weten welke wapens worden gehanteerd bij het terugdringen van de verslaving. Op veel plaatsen wordt echter gekozen voor hetzelfde idee: het terugdringen van het aantal speelautomaten zal automatisch leiden tot minder verslaafden. En dus mogen in veel gemeenten kroegen nog maar één kansspelautomaat in huis hebben en cafetaria's soms één, maar vaker geen. Uit sportkantines en jeugdcentra wordt de kansspelautomaat helemaal geweerd. De vraag naar nieuwe kasten is dan ook, begrijpelijkerwijs, niet zo groot.
Grote boosdoener en tegelijkertijd belangrijke melkkoe is de populaire kansspelautomaat met "bovenspel' (waarbij met de winst doorgespeeld kan worden en grote bedragen te verdienen zijn), zoals de Random Runner en de Club 2000. Bedragen van twee- tot driehonderd gulden worden pijlsnel gewonnen en even snel weer verloren. Verslaafden staan uren te turen naar de appels en peren die op deze zogenaamde fruitautomaten te zien zijn, op hoop van liefst heel veel zegen. J. Heijneman, hoofdbestuurlid van de VAN, zegt dat het voor 1986 niet was toegestaan gewonnen spelen in geld om te zetten. “Sinds de wetswijziging van dat jaar is een druk op de knop voldoende om vele knaken uit dit soort machines te laten rollen.”
Wim Wouters, manager bij een bedrijf dat speelautomaten ontwikkelt, is bepaald niet blij met deze "harde' gokkasten. “Het doel van het spelen op een speelautomaat is amusement en niet het verdienen van veel geld. Daarom moet er meer variëteit komen in de spelen. Op het moment heb ik een kast ontwikkeld met Bertus de Boef. Hij pleegt een treinroof en moet telkens kiezen of hij naar nog meer geld gaat zoeken of uit de trein springt. En als het goed blijft gaan, zie je hem aan het einde vrolijk wuivend vertrekken in een vliegtuig. Dat is toch veel leuker dan al die harde kasten?”