Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Politiek

De Kamer gonst en zindert niet langer

DEN HAAG, 17 DEC. Tijdens het afleggen van verklaringen over het vertrek van minister Van den Broek dinsdag werd het opnieuw duidelijk: de sfeer van weleer is weg. De spanning, nog voelbaar in de wandelgangen, verdween in de gloednieuwe vergaderzaal van de Tweede Kamer als sneeuw voor de zon.

Het wil er maar niet gonzen en zinderen, luidt een veelgehoorde klacht. De intimiteit is verdwenen.

In het kerstreces, dat morgen begint, worden de eerste, kleine aanpassingen uitgevoerd in de zaal, die nu ruim een half jaar in gebruik is. De stoelen van de kabinetsleden in het zogenoemde "Vak K' gaan een stukje de lucht in, zodat niet langer alleen hoofden van bewindslieden zichtbaar zijn. De ambtenarenloges worden bij wijze van proef voor een deel afgeschermd door glasplaten, waarmee de scheiding tussen Kamerleden en ambtenaren wordt geaccentueerd. Ook licht en geluid worden verbeterd.

Maar hoe er ook wordt gesleuteld, volgens veel Kamerleden is de intimiteit voorgoed weg. Over het gebouw als geheel zijn de meesten nog wel te spreken. De ruimte, de openheid en het comfort doen weldadig aan. E. Terpstra (VVD): “Ik ben met veel tegenzin vertrokken uit het oude gebouw, maar ik moet zeggen dat het erg meevalt. Aan alles merk je dat er goed is nagedacht over de nieuwbouw. Veel meer dan in het oude gebouw, is zichtbaar wat er allemaal gebeurt. Je ziet het bruisen in dit huis”.

Zodra het echter gaat over de "grote zaal', veranderen de geluiden. “Het lijkt wel alsof iedereen daar zo snel mogelijk weer weg wil”, constateert W. Mateman (CDA). De grote ruimte blijkt niet het effect te hebben waar iedereen op hoopte: meer leuke debatten met meer Kamerleden. Integendeel: de enorme ruimte en de kille sfeer slaan debatten dood. En als er al sprake is van zindering, ebt die onmerkbaar weg tussen de los van elkaar staande kobaltblauwe stoelen. Terpstra: “In de oude zaal was de spanning tijdens een optreden als dat van Van den Broek altijd fysiek te voelen. Met z'n drieën zat je dan in een tweepersoonsbankje geperst. Dat hoort zo op zulke momenten. Een goede vergaderzaal is altijd iets te klein. Dat is hier niet zo en dat is jammer. Maar ach, als het kabinet bereid is in deze zaal te vallen, ben ik daar zo weer mee verzoend”.

PvdA-Kamerlid B. Stemerdink organiseerde vlak voor de verhuizing van het oude naar het nieuwe complex een handtekeningenactie voor het behoud van de historische zaal. Zijn poging faalde. Onbegrijpelijk, vindt hij nog steeds. “Nederland is uniek in het afbreken van oude gebouwen en het vernietigen van de eigen geschiedenis. Waar ter wereld je ook komt, niemand begrijpt daar iets van”, aldus de socialist.

Zijn huidige oordeel over de nieuwe zaal is tweeslachtig. “Voor een groot deel van de debatten maakt het niet uit in welke zaal je zit. Voor een gewone, zakelijke vergadering is deze zaal prima geschikt. Maar als het spannend wordt heeft de zaal wel degelijk invloed. Deze zaal leent zich niet voor echte politieke debatten. De ruimte tussen de spreker en de rest van de zaal, die hoogst merkwaardige eindeloze ruimte, voorkomt een echte confrontatie. Je ziet discussies afkalven tot het voorlezen van verklaringen en statements. En dat is in een parlement dat toch al niet wordt gekenmerkt door een hoge mate van emotie geweldig jammer.”

Ook Terpstra constateert een vervlakking van veel debatten. De oorzaak daarvan schuilt volgens het oppositie-lid “niet in de zaal, maar in het non-functioneren van het kabinet”. Mateman ontkent dat de zaal direct invloed heeft op de toon van de debatten, maar constateert wel een zekere kilheid: “Als je de Kamerleden op televisie naar het spreekgestoelte ziet lopen, vallen ze helemaal in het niet. Dat voelt zo'n spreker natuurlijk zelf ook en dat zou best wel eens van invloed kunnen zijn”. M. van Vlijmen, CDA-Kamerlid en voorzitter van de bouwbegeleidingscommissie van de Kamer. Ook hij heeft gemerkt dat de sfeer is veranderd. Maar: “We hebben deze zaal zelf zo gewild”, zegt hij. “Natuurlijk is de sfeer hier niet vergelijkbaar met die goede, intieme sfeer in de oude zaal. Ach, we zullen er wel aan wennen. Er zal ook wel weer een generatie Kamerleden opgroeien die zich hier thuis gaat voelen. Dat heeft tijd nodig.”

Of in de nieuwe zaal eenzelfde vergadertraditie zal onstaan als in de oude, is echter maar zeer de vraag. Mateman: “Ik vind het in ieder geval een interessant gegeven dat we nog maar net in de nieuwe zaal zitten en er nu al een voorstel ligt om minder te vergaderen”.